Nieuwe subsidieregeling voor duurzame energie
Huishoudens en bedrijven die zelf duurzame elektriciteit opwekken, krijgen vanaf 2020 te maken met een nieuwe subsidieregeling. Daarbij is het uitgangspunt dat de gemiddelde terugverdientijd van gemaakte investeringen uitkomt op ongeveer zeven jaar, zo schrijft minister Eric Wiebes vrijdag aan de Tweede Kamer.
Daarmee wordt de regeling voor de terugverdientijd versoberd ten opzichte van hoe het nu geregeld is. Ongewijzigd beleid zou leiden tot een terugverdientijd van vier jaar in 2025. Volgens Wiebes is dat „een relatief kostbaar instrument” en is er behoefte aan een „doelmatigere” regeling.
De nieuwe regeling richt zich behalve op de stimulering van zonne-energie ook op andere hernieuwbare energiebronnen, zoals windenergie. De zogenoemde terugleversubsidie is een vergoeding voor de stroom die aan het elektriciteitsnet is teruggeleverd. De opgewekte stroom zelf verbruiken blijft aantrekkelijk, omdat huishoudens en bedrijven hierover ook na 2020 geen energiebelasting en geen zogenoemde ODE (Opslag Duurzame Energie) betalen.
De regeling van Wiebes vervangt in 2020 de huidige zogenoemde salderingsregeling. Wiebes onderzoekt of ook grotere gebouwen, zoals scholen of kantoren, erin kunnen worden opgenomen.