In 46 onderzochte landen vinden volwassenen in de leeftijd van 18 tot 39 jaar religie minder belangrijk voor hun leven dan dat mensen vanaf 40 jaar dit vinden. Ook bidden ze minder en wonen ze minder vaak wekelijks diensten bij.

De vergrijzing doet zich zowel in ontwikkelingslanden als in westerse landen voor. Vooral landen in Europa en Latijns- en Noord-Amerika laten een verschil zien in actieve religieuze betrokkenheid tussen jongvolwassenen en ouderen, maar dat geldt ook voor landen als Nigeria en Iran. Nederland valt volgens het onderzoek ook binnen deze groep. Alleen in Ghana en Georgië zijn jongeren gemiddeld genomen religieuzer dan ouderen. In de andere 58 onderzochte landen constateert het onderzoek geen verschil tussen beide groepen.

Christelijke jongvolwassenen zijn in de helft van de landen minder betrokken. Islamitische jongvolwassenen zijn maar in een kwart van de onderzochte landen minder religieus dan ouderen.

Als mogelijke oorzaak wijst het onderzoekscentrum op het toegenomen materialisme van de jongere generatie. Ook is het mogelijk dat mensen religie belangrijker gaan vinden als zij ouder worden.

Een andere uitkomst van het onderzoek is dat de meest religieuze landen de grootste bevolkingsgroei kennen. Ook blijken Afrika, het Midden-Oosten, Zuid-Azië en Latijns-Amerika het meest religieus te zijn.