In Estland is alles dichtbij; ook een koning
Oranje is het hesje van Martijn Hensen. Maar hij heeft het niet aangetrokken voor het bezoek van koning Willem-Alexander aan Estland. „Het is de klederdracht van het eiland waar het voorgeslacht van mijn vriendin woonde. Met dit kostuum ben ik herkenbaar als Nederlandstalige gids in hoofdstad Tallinn.”
Ondertussen trok Hensen dinsdagmiddag wel de aandacht toen hij de koning bij het presidentieel paleis stond op te wachten, al was het alleen al door het Nederlandse vlaggetje dat naast zijn hoofd wapperde. „Ik heb net een groep Nederlanders rondgeleid en gezegd dat de koning kwam. Helaas, ze moesten hun bus halen.” Maar híj is er wel. „Als Nederlander in het buitenland vind ik dat ik er moet zijn als onze koning komt.” Bijkomend voordeel: van zo dichtbij als vandaag heeft hij de vorst nog nooit gezien.
Dichtbij. Het typeert de drie Baltische staten die koning Willem-Alexander deze week bezoekt. De hoofdsteden zijn relatief klein; de belangrijkste gebouwen liggen op loopafstand. Dichtbij komen mag, want de beveiligingsmaatregelen zijn hier nog niet zo hoog opgeschroefd als in het westen – al zijn ze volgens Hensen wel wat toegenomen sinds Estland in de tweede helft van 2017 voorzitter van de Europese Unie was. „Als ik groepen pal langs het paleis leid, zijn ze verbaasd dat dit zomaar kan.” Hensen is ook lang niet de enige die op het gras pal naast de erewacht staat, die straks door de koning zal worden geïnspecteerd. Nergens dranghekken, touwen of linten die het publiek in het gareel moeten houden.
Hensen (41) –hij verhuisde hier vijf jaar geleden naartoe omdat hij een Estse vriendin heeft én omdat hij als verpleegkundige de bezuinigingen in de Nederlandse thuiszorg beu was– is een van de 150 Nederlanders die in Estland wonen. Elk staatsbezoek besluit ook met een ”ONG”: Ontvangst Nederlandse Gemeenschap.
Sterke banden
De banden tussen beide landen zijn sterk, verklaren beide staatshoofden. De koning zegt ernaar uitgezien te hebben Estland na zestien jaar weer te bezoeken. Hij is hier ook om de Baltische staten persoonlijk te feliciteren met de onafhankelijkheid die ze een eeuw geleden verkregen, al is daar nog veel onvrijheid op gevolgd. „De geschiedenis van dit land is grimmig. Lange tijd was Estland in de greep van onderdrukking en geweld.” In „een onzekere wereld” moeten democratische landen elkaar vasthouden, zegt Willem-Alexander. Bewondering uit hij voor de prestaties van de Esten op digitaal en agrarisch gebied.
De koning, op de voet gevolgd door minister Blok van Buitenlandse Zaken, rijdt van ontvangst naar ontvangst. Dinsdagmorgen was hij nog in de Letse hoofdstad Riga, waar hij een expositie over de geschiedenis van het land bezocht. Van dinsdagmiddag tot woensdagmiddag volgde het bezoek aan de Estse hoofdstad Tallinn.
Bij het welkomstceremonieel heeft de zon de wolken inmiddels verdreven. De koning plant een van de honderd eiken die dit jaar vanwege 100 jaar Estland de grond in gaan. Hij legt een krans op de militaire begraafplaats van Tallinn, waar het onkruid hoog opschiet.
Een eeuw parlement
Op een balkon geeft de premier tekst en uitleg over de fraaie stad waar de koning op bezoek is. De parlementsvoorzitter beantwoordt in zijn vergaderzaal de vragen van de vorst over de werkwijze van de volksvertegenwoordiging. Het parlementsgebouw dateert uit de periode 1920-1922, pal na de onafhankelijkheidsstrijd.
’s Avonds is er het staatsbanket, net als een dag eerder in Letland, met toespraken van de beide staatshoofden over de band die Nederland met het Baltisch gebied heeft door de samenwerking in EU en Navo en door de uitwisseling van kennis en goederen. In Estland is het 19e-eeuwse, neogotische Keila Joa kasteel de locatie voor de gezamenlijke maaltijd.