Bekering nodig
Handelingen 3:19
„Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden.”
De Heere zegt: „Ziet, Ik kom als een dief!” Waarlijk, zo gaat het toch. De meeste mensen worden door de dood overvallen als door een dief in de nacht. Het kan ook wel zijn dat ook ons einde veel dichterbij is dan wij denken, dat onze plaats spoedig in het donkere graf zal zijn.
En dan, als de dood komt, moeten wij bereid zijn. Dan moeten wij bekeerd zijn, dan moeten wij een verandering ondervonden hebben die van hogerhand moet komen. Anders gaan wij naar de hel, om daar eeuwig te branden, eeuwig smart te lijden, eeuwig door de duivelen gekweld te worden en eeuwig vruchteloos te wensen dat wij nimmer geboren waren geweest. O, nare eeuwigheid voor mij en voor u, als de dood ons onherboren aantreft!
Indien dit nu zo is, hoe moesten de jonge mensen dan God zoeken in hun jeugd, en de ouden bezorgd zijn om nog ter elfder ure in Gods wijngaard binnen te raken, eer het voor eeuwig te laat is! Hoe moesten wij allen bezorgd zijn om toch een waarachtige bekering en vernieuwing des harten te bezitten! Kom, over de noodzakelijkheid en dierbare nuttigheid van een tijdige bekering hopen wij thans nader te handelen. „Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden.”
Wulfert Floor, landbouwer te Driebergen (”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)