Twee rappers vrij na bedreiging Hirsi Ali
De rechter-commissaris in Den Haag heeft maandag een lid van de Haagse rapgroep DHC (Den Haag Connection) vrijgelaten. Twee andere DHC’ers blijven wel in de cel wegens bedreiging van VVD-Tweede Kamerlid Hirsi Ali.
Dat liet een woordvoerder van het openbaar ministerie weten.
De onderzoeksrechter vond niet dat de rappers vervolgd moeten worden omdat ze een parlementariër zouden hebben belemmerd in het uitoefenen van haar taak. Het OM wilde dat wel, op basis van artikel 121 van het Wetboek van Strafrecht, dat daarvoor in het leven is geroepen. De twee Hagenaars mogen de komende tien dagen worden vastgehouden op verdenking van ’gewone’ bedreiging.
Die bedreiging heeft DHC volgens justitie geuit in een van hun nummers, de Hirsi Ali Diss. Daarin rappen ze onder meer dat ze haar nek willen breken en dat een liquidatie van en bomaanslag op het kamerlid in voorbereiding zijn. Verder bestaat de tekst uit een reeks scheldwoorden en beledigingen.
De politie hield de Hagenaars vrijdag en zaterdag aan. Vrijdag deed de politie een aantal huiszoekingen, waarbij ze een van de rappers arresteerde. Deze persoon is nu vrijgelaten, omdat hij nog niet zo lang bij de band zat, aldus de OM-zegsman. De andere twee meldden zich zaterdag op het politiebureau en zijn toen aangehouden.
Hirsi Ali deed vorige week aangifte van bedreiging na een uitzending van NOVA waarin aandacht aan DHC werd besteed. De rapgroep heeft het nummer vorig jaar al gemaakt. Het is niet in de winkel te koop, maar via internet te beluisteren.
VVD-Tweede-Kamerlid Hirsi Ali houdt zich verder afzijdig. Zij heeft aangifte gedaan en daarmee is voor haar de zaak klaar, meldde een VVD-woordvoerder maandag.