Moumtzis sloeg alarm over het escaleren van gevechten en luchtaanvallen in Idlib. Idlib is een van de laatst overgebleven bolwerken van de radicale soennitische rebellen in het land. Tienduizenden strijders en burgers zijn in de afgelopen jaren naar deze provincie uitgeweken. Idlib grenst aan Turkije.

Moumtzis riep de betrokken partijen in Syrië op om afspraken te maken, zodat een bloedbad kan worden voorkomen. Hij wijst erop dat als het geweld verder escaleert, de 2,5 miljoen mensen in het gebied „nergens anders heen kunnen” binnen Syrië. Er zou dan een vluchtelingenstroom kunnen ontstaan richting Turkije, zo waarschuwt Moumtzis.

Volgens de VN-coördinator is Idlib een ‘dumpplaats’ geworden voor burgers en strijders die daarheen zijn gegaan vanuit andere gebieden die eerder gecontroleerd werden door de oppositie. De VN-coördinator zegt dat militaire interventie niet mogelijk is. Er is sprake van een „zeer explosieve” situatie in het gebied, omdat jihadisten zich schuilhouden onder de bevolking. De afgelopen week zijn in de provincie minstens 55 mensen om het leven gekomen door luchtaanvallen. Deze zijn waarschijnlijk uitgevoerd door Rusland, een bondgenoot van de Syrische regering.

Een hulpkonvooi arriveerde zondag in Douma, maar de Syrische regering verbood VN-personeel om mee te reizen. Douma ligt in Oost-Ghouta, dat tot eind maart een belangrijk jihadistisch bolwerk was. Nadat de regering het gebied onder controle had gekregen, vertrok een groot aantal mensen uit Oost-Ghouta naar Idlib.