Cao-akkoord basisonderwijs, acties gaan door
De bonden en werkgevers in het primair onderwijs hebben een cao-akkoord bereikt. Dat melden de vakbonden en de werkgeversorganisatie PO-Raad. De leerkrachten krijgen er 2,5 procent bij. De acties in het basisonderwijs zijn nu echter niet voorbij. Op 12 september is de eerstvolgende.
De loonsverhoging gaat op 1 september in. Daarnaast krijgen alle medewerkers een nabetaling van 750 euro. Ook krijgen leerkrachten een behoorlijke salarisverhoging omdat de laagste salarisschaal verdwijnt, aldus de AOb. „Iedere leerkracht gaat één schaal omhoog”, aldus AOb-onderhandelaar Eugenie Stolk. De nieuwe salarisschalen gelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari, wat betekent dat leraren in oktober nog een nabetaling krijgen van een krap half maandsalaris.
Het Rijk stelde eerder 270 miljoen euro beschikbaar voor betere salarissen. „Met het extra geld dat we hebben gekregen voor de algemene salarisverhoging en de herziening van de salarisschalen hebben we het maximale er uit gehaald”, stelt Stolk. De bonden gaan het akkoord positief voorleggen aan de leden, maar echt tevreden zijn niet.
Stolk ziet de cao met een korte looptijd tot 1 maart 2019 als een tussenresultaat. „We zijn er nog niet. Als we het vak van leraar basisonderwijs aantrekkelijk willen houden en grote lerarentekorten willen voorkomen, moeten we leraren in het basis- en voortgezet onderwijs hetzelfde gaan betalen. Er is nog 600 miljoen euro van het kabinet nodig om dat voor elkaar te krijgen.”
In een gezamenlijke verklaring van de bonden en de PO-Raad staat ook dat volgens hen de politiek nu weer aan zet is „om het salaris in het primair onderwijs echt op een gelijkwaardig niveau te brengen”.
De estafettestaking gaat dan ook gewoon door, aldus de AOb, dat stelt hierbij te rekenen op de samenwerking met de andere bonden en de werkgevers, verenigd in PO-Front. Op 12 september is de volgende in de provincies Zeeland en Zuid-Holland.