Zorgen bij Kamer over Nederlanders Afghanistan
Vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer maken zich zorgen over de veiligheid van de 120 tot 150 Nederlandse militairen van de Koninklijke Luchtmacht die binnenkort naar Afghanistan worden gestuurd. Dat bleek maandag in een debat in de Tweede Kamer.
Zowel Ormel (CDA) als Koenders (PvdA) stelde vragen over de zogeheten ’exit–strategie’. Ze willen weten door wie en hoe en hoe snel de Nederlanders worden geholpen als Afghaanse krijgsheren, Taliban–eenheden of Al–Qaeda–strijders de Nederlanders met geweld aanvallen.
Volgens Ormel is Afghanistan te vergelijken met „Zwitserland aan het einde van de Middeleeuwen". Hij vindt het te gevaarlijk als Afghanen de basis van de Nederlanders in de provincie Baghlan zouden bewaken.
Koenders had ondanks de briefing door minister Kamp (Defensie) van afgelopen vrijdag nog steeds vragen over wat de Nederlanders nou precies gaan doen in Baghlan. Volgens hem zijn er nog te veel onduidelijkheden over de missie.
VVD–Kamerlid Visser wilde weten of de zes Nederlandse Apaches op het vliegveld bij Kabul ook ingezet kunnen worden om de Nederlanders in Baghlan te hulp te schieten, als dat nodig mocht zijn. En kan de Nederlandse chef–defensiestaf daartoe opdracht geven, als de ISAF–commandant in Kabul andere plannen heeft?
Volgens LPF–Kamerlid Herben is Nederland weer eens het braafste jongetje van de klas. „De NAVO besluit iets, vraagt om militairen en wij gaan weer." Volgens Herben is de limiet bereikt van wat de krijgsmacht aankan aan buitenlandse missies.
Het kabinet antwoordt later in het debat op de vragen. De Kamer moet aan het einde al dan niet instemmen met het kabinetsbesluit de militairen naar de Afghaanse provincie Baghlan te sturen.