„Religieuze opwekkingen beïnvloedden elkaar”
Religieuze opwekkingen waren soms van invloed op elkaar. Mensen keken graag over de landsgrenzen heen, zo bleek vrijdag op een congres aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Het congres ”Religious revivals and their effects” (”Religieuze opwekkingen en hun effecten”) vond plaats in een zaal op de vierde verdieping van het universiteitsgebouw. Tijdens het congres werden verschillende opwekkingsbewegingen in de moderne tijd besproken. Het congres, georganiseerd door het Amsterdam Centre for Religious History, trok ongeveer dertig bezoekers.
Evangelicalisme
De conferentie werd vrijdag afgetrapt met een lezing van prof. Jan Stievermann, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de universiteit van Heidelberg. Hij sprak over het Amerikaanse evangelicalisme en de Pruisische opwekkingsbeweging in de periode 1815-1850. Stievermann stelde dat de Pruisische piëtisten van de Amerikaanse evangelicalen wilden leren. Beide stromingen hadden een sterke affiniteit met missie en opwekking, maar door hun verschillende visies op kerk en staat gingen ze uiteindelijk verschillende wegen.
Prof. Stievermann wilde reconstrueren hoe de Amerikaanse evangelicalen en de Pruisische piëtisten elkaar zagen en hoe ze elkaar beïnvloedden. De Amerikanen waren in toenemende mate geïnteresseerd in de Duitse universiteitscultuur. Duitse Bijbelgenootschappen en zendingsgenootschappen werden dan ook ondersteund door Amerikaanse evangelicalen.
Hoewel er in Pruisen ook opwekkingen plaatsvonden, waren die volgens waarnemers niet zo groot en invloedrijk als die in de Engelssprekende wereld. Volgens sommigen kwam dit door een gebrek aan politieke vrijheid, waardoor er minder ruimte was voor sociaal activisme.
Een tijdschrift van het Pruisisch piëtisme, de Evangelische Kirchenzeitung (EKZ), bracht regelmatig zendingsnieuws uit Amerika, aldus prof. Stievermann. Het blad was gefascineerd door de Amerikaanse opwekkingen. „De EKZ uitte geen twijfel dat deze massale opwekkingen echte en wonderlijke werken van God waren.”
Wales
Prof. Wolfgang Reinhardt, verbonden aan de universiteit van Freiburg, hield een lezing over de lokale en internationale effecten van de laatste opwekking in Wales (1904-1905). Deze opwekking was de belangrijkste van de wereldwijde opwekkingsbewegingen aan het begin van de twintigste eeuw, aldus Reinhardt. Buitenlanders kwamen naar Wales om de „atmosfeer van de opwekking” te ervaren. Er werden veel artikelen gepubliceerd over de effecten en het belang van de opwekking in Wales. „Veel bezoekers brachten het vuur van Wales naar bijvoorbeeld Duitsland, waar vervolgens enkele lokale opwekkingen plaatsvonden.”
Ds. A. Stellingwerf, predikant van een baptistengemeente in Pernis, hield een lezing over de opwekking in Weerdingermond in Drenthe in 1881. In deze plaats was een kleine baptistengemeente. Meer dan honderd mensen kwamen daar tot geloof of tot verdieping van hun geloof, binnen een periode van twee weken. De oorzaak daarvan lag volgens Stellingwerf in de slechte sociale omstandigheden in combinatie met een „theologische opwekking.”
Prof. Jouko Talonen hield een lezing over laestadianisme. Lars Levi Laestadius (1800-1861) was de voorman van deze religieuze beweging in Noord-Scandinavië. Prof. Talonen besprak het buitenlandse onderzoek daarnaar. Onder meer in Groningen doen antropologen onderzoek naar het laestadianisme.
De pinksterbeweging was een van de meest vitale krachten in de twintigste eeuw van het christendom, stelde prof. Yan Suarsana uit Bremen.
Zie ook:
Eeuw van de opwekkingsbewegingen, Reformatorisch Dagblad (30-05-2018)