Heilzame leer
Handelingen 2:21
„En het zal zijn, dat een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden.”
Deze woorden willen we overwegen: „Jezus de Nazaréner heeft uitgestort de Heilige Geest”; „Ook Mijn dienstknechten en Mijn dienstmaagden zullen profeteren”; „En het zal zijn, dat een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden.”
Het hart van een arm mens moet bevestigd worden door genade, en niet door eigen werken. Om door genade bevestigd te worden, heeft de mens nodig dat hij bevestigd wordt in de heilzame leer. Juist het ongelukkig verlaten van het voorbeeld van de leer maakt het hart onvast. Men meent de Heidelbergse Catechismus ontgroeid te zijn, en laat deze in de hoek liggen. Men meent in eigen oog wat te zijn of te weten, en laat aan de kinderen over wat men zelf met steeds groter naarstigheid moest leren en onderzoeken, om zo bevestigd te worden.
Het komt niet van de hemel op de wijze zoals de mens het zich voorstelt. Het is al van de hemel gegeven, en van de hemel uit zijn de balken gelegd: dat is de heilzame leer en de onderwijzing van de Catechismus.
H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld (”Preken”, 1896)