Column (Jan van Klinken): Uche-uche
”Uche-uche” werd hij genoemd. Dat kwam doordat hij rookte als een schoorsteen en als gevolg daarvan onophoudelijk moest hoesten. Wonderlijk genoeg spoorde hij iedereen in zijn omgeving aan om zo snel mogelijk met „het zuigen van tabak” te stoppen. ”Antirookmagiër” noemde hij zichzelf. Hij hield bijeenkomsten voor de provo’s in de hoofdstad en trad daarbij op als een soort voorganger. Hij predikte er de revolutie. Robert Jasper Grootveld was zijn naam.
Tijdens de berechting van de relschoppers die hadden meegedaan aan de zogeheten kroningsrellen in 1980 werd hij door de verdediging opgeroepen als getuige-deskundige. Dat was een lachertje, want uit niets bleek dat hij enige deskundigheid bezat. Of het moest zijn op het gebied van piepschuim. Hij had namelijk een plan voor de oplossing van de woningnood bedacht. Het gebrek aan huisvesting was in die tijd een serieus probleem. Niet voor niets hanteerden relschoppers de leuze ”Geen woning, geen kroning”.
Grootveld bedacht dat je heel eenvoudig huizen op het water kon bouwen. Volgens hem hoefde je alleen maar eilanden van piepschuim aan te leggen. Daar kon je dan naar hartenlust op bouwen. Twintig jaar geleden is er nog een keer mee geëxperimenteerd, maar daarna is er van de woningen op piepschuim nooit meer iets vernomen.
Terug naar de rechtszaal. Nadat Grootveld voorin had plaatsgenomen, stond hij op en voer hij uit naar de dienstdoende rechter over het portret van prinses Juliana, dat achter haar hing. Een schande was het. Daar hoorde het portret van koningin Beatrix te hangen. „Stijlloos”, bulderde hij door de zaal. De rechter was totaal overdonderd en mompelde dat hij zich moest inhouden, maar hij zette zijn tirade tot vermaak van de verdachten vrolijk voort.
Dat iemand zo mocht tekeergaan zonder de zaal te worden uitgezet, vond ik echt onthutsend. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. De man die tijdens de woeligste jaren van de provobeweging een leidende rol had gespeeld, mocht de rechterlijke macht ongestraft provoceren. Het was duidelijk dat we hier de revolutie van de jaren zestig diep in de ogen keken.
Zaterdag schonk deze krant uitvoerig aandacht aan genoemde revolutie. Terecht. De gevolgen van die revolutie zijn veel groter dan we denken. De echte leider was natuurlijk niet Robert Jasper Grootveld. Hij was slechts een pion in een schaakspel. De echte leiders achter de schermen waren intellectuelen zoals de Duitse hoogleraren Adorno en Marcuse.
Hun pupillen waren de studentenleiders. Zij waaierden naderhand uit over de hele samenleving en sommigen kwamen op sleutelposten terecht. Daar lieten ze het zaad van de revolutie volop kiemen. Dat gaat door tot op de dag van vandaag.