Grapperhaus blij met nationale reddingsvloot
Ruim twintig veiligheidsregio’s en de Reddingsbrigade Nederland werken aan een slagvaardige nationale reddingsvloot die ingezet kan worden bij grote overstromingen en andere watercalamiteiten. „Alleen al het feit dat de reddingsbrigade er bij betrokken is, geeft mij een veilig gevoel”, zei minister Ferd Grapperhaus (Veiligheid) zaterdag op een congres van de bond KNBRD in Almere.
De 22 veiligheidsregio’s die deelnemen hebben allemaal te maken met overstromingsrisico’s. Ook het Instituut Fysieke Veiligheid werkt mee aan de nationale reddingsvloot.
De bijeenkomst is op een dag dat het met maxima tot 30 graden overvol is op stranden en waterplassen. Daarover zei Grapperhaus: „Het begint vaak vredig, als zonnige dag aan het water. Totdat er iemand in de problemen raakt en niet meer in staat is om zichzelf te redden. Meestal loopt zo’n verhaal gelukkig toch nog goed af. En dat is vaak dankzij leden van uw brigade.” Die heeft er volgens de minister „achteraan gezeten” dat we met zijn allen goed hebben leren zwemmen in Nederland.
Voorzitter Jan Rijpstra van de bond haakte daar op in: „Leerlingen in het basisonderwijs zouden aansluitend op de reguliere zwemlessen zwemmend redden moeten leren”, in de volksmond reddend zwemmen. „Gemeenten hebben de taak om daarin stimulerend op te treden”, aldus Rijpstra.