Honderd miniaturen in Museum Møhlmann
Honderd is een mooi, rond getal, vindt Drago Pečenica. „Niet erg veel, maar ook niet weinig.” In een jaar tijd vervaardigde de kunstenaar uit Nijkerk honderd miniaturen voor een expositie met louter kleine kunstwerken.
De kleinste miniatuur meet 7 bij 4 centimeter, de grootste 15 bij 11. Sommige werkjes had hij in twee dagen klaar, andere vroegen een week werk. Priegelwerk was het zeker. „Je moet er absoluut geduld voor hebben, maar dat heb ik als kunstenaar”, zegt Pečenica in zijn atelier, met de honderd werkjes op de wand achter zich. Binnenkort hangen ze ruim een maand in Museum Møhlmann in het Groningse stadje Appingedam.
Niet voor het eerst schilderde Pečenica een reeks van honderd miniaturen. „Vlak voor de oorlog in voormalig Joegoslavië deed ik dat ook al eens, voor een expositie in Novi Travnik, de stad waar ik toen woonde. De opbrengst daarvan heb ik deels gebruikt om met echtgenote Steffi en dochtertje Teodora als asielzoeker naar Nederland te komen. Vier van die kleine schilderijtjes van toen heb ik nog, als herinnering.”
Vorig jaar gaf de Nijkerker, in 1962 in Bosnië geboren en opgeleid aan de School voor Beeldende Kunsten in Sarajevo, zichzelf opnieuw de opdracht voor honderd miniaturen. „Het zat gewoon in me. Ik dacht: Ik zie wel hoe ver ik kom. Eén keer werd het me te veel. Toen schilderde ik tussendoor een groot werk.”
Voor Pečenica waren de miniaturen een uitdaging. „Ik ben een kunstenaar van details, maar op zo’n formaat diepte in het werk aanbrengen of schaduwen op bijvoorbeeld bomen tekenen is heel complex. De hele wereld op zo’n kleine schaal is niet zo makkelijk als mensen denken. Het is heel verfijnd werken, met kleine stipjes, kleine streepjes. Dat moet je wel in de vingers hebben. Ik vond het mooi om iets te doen waartoe niet veel mensen in staat zijn. Alles moet snel, snel tegenwoordig. Dat past niet bij mij. ik heb m’n eigen tempo.”
Realistisch
De werkjes van Pečenica, met hun fotografische scherpte, sluiten aan bij zijn realistische oeuvre van de laatste jaren. Veel bospaden, veel knotwilgen, veel landschappen, af en toe met wat vee, sinds kort ook met mensen. „Dat kwam vanzelf. Mijn landschappen waren altijd leeg, maar soms miste ik iets, dan ‘leefde’ het schilderij zonder mensen niet. Vandaar hier en daar iemand met een hond. Of twee vissende kinderen aan de waterkant, een beeld uit de jeugd van onze zoon David.”
Samen met werk van collega-kunstenaars zijn de honderd miniaturen, die 250 tot 1000 euro moeten opbrengen, van 3 juni tot en met 8 juli te zien in Museum Møhlmann, in een monumentaal pand aan de rand van Appingedam. Dat is landelijk al twintig jaar een belangrijk platform voor hedendaagse realistische en figuratieve kunst. Sinds 1998 organiseert eigenaar Rob Møhlmann, zelf ook realistisch schilder, jaarlijks de Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling, waar inmiddels een kleine honderd kunstenaars werk tonen, onder wie Pečenica.
Debuut
Het is ook in dit Museum Møhlmann waar de Nijkerkse kunstenaar in 2002 debuteerde. „Met pentekeningen in zwart-wit. Ik had al eens in een bibliotheek geëxposeerd, toen was het de eerste keer dat mijn werk in een museum of galerie te zien was.” Vaak levert Pečenica enkele werken voor thema-exposities in Appingedam. Hij had er in 2012 een drie maanden durende solo-tentoonstelling.
De Nijkerker gaf ook de aanzet tot de nieuwe expositie, ”Een klein kunstje… de wereld in je hand”. Møhlmann: „Al langer speelde ik met de gedachte van een tentoonstelling met miniaturen. Die ben ik gaan uitwerken nadat Drago mij vertelde over zijn honderd werkjes. Dat was een mooie inkopper van hem. Bij elkaar zijn er circa duizend miniaturen te zien, allemaal kleiner dan 14 bij 14 centimeter, van in totaal 123 kunstenaars.”
Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt ook een boek. Daarin staan van alle deelnemers aan de expositie twee werken afgedrukt. Net zo groot als ze in werkelijkheid zijn. Dat maakt de uitgave volgens Møhlmann interessant. „In kunstboeken zijn de afgebeelde werken –in relatie tot het originele kunstwerk– vrijwel altijd verkleind. Hier niet. Ze tonen een paar honderd werelden… en ze passen één voor één in je hand.”
Fascinatie voor het kleine is er volgens Møhlmann in de kunstgeschiedenis altijd geweest. „Het handformaat, de handzaamheid, de hanteerbaarheid van een verkleinde wereld kan iedereen een gevoel geven dat hij, via iets kleins, een zekere controle heeft of krijgt over iets groots.”
Drago Pečenica is het gepriegel niet beu. „Af en toe zal ik nog weleens een miniatuur maken als ik een groot werk af heb.”
Tekenen met operatiemes en chirurgenloep
Als tekenaar heeft Drago Pečenica een eigen techniek ontwikkeld. Op scraperboard, speciaal karton waarop een laag van kalk en porseleinpoeder is aangebracht over een aquarelschets, krast hij met een soort operatiemes en eindeloos geduld de tekening tevoorschijn. Zo brengt hij diepte in de afbeelding aan. Daarbij gebruikt Pečenica een chirurgenloep, waardoor details uiterst minuscuul kunnen worden weergegeven. Voor zover bekend is hij de enige kunstenaar ter wereld die op deze wijze tekent.