Het Israëlische hooggerechtshof bepaalde begin deze week dat de loop van het hek rond Jeruzalem gewijzigd moet worden. Door de uitspraak moet de muur gedeeltelijk worden afgebroken. Het noordelijke deel van het hek is af, vanaf Jeruzalem wordt nog 500 kilometer in zuidelijke richting gebouwd.

Israël zegt dat de muur nodig is om Palestijnse terroristen buiten de deur te houden. Tegenstanders wijzen op de nadelen voor de Palestijnse bevolking. De afscheiding neemt op sommige plaatsen hele happen uit de Westoever weg, waardoor duizenden Palestijnen niet naar school of hun werk kunnen. Het hooggerechtshof noemt dit ontoelaatbaar en heeft bepaald dat de muur in zulke gevallen moet worden omgelegd, ook als dit ten koste gaat van de veiligheid van Israël. Eerder werd al besloten het hek in de buurt van het Palestijnse Baka al–Sharkia, dat nu vrijwel is afgesloten van de rest van de Palestijnse gebieden, te verleggen.

Ook het Internationaal Gerechtshof in Den Haag buigt zich over het veiligheidshek, maar Israël heeft de jurisdictie van het hof in deze zaak niet erkent en stelt dat het om een politieke kwestie gaat en niet om een juridische.

Volgens een dit jaar verschenen VN–rapport worden bijna 700.000 Palestijnen door het zuidelijke deel van de veiligheidsmuur ingesloten in moeilijk toegankelijke enclaves of afgesloten van hun werk, school of landbouwgronden. Ongeveer 15 procent van de Westelijke Jordaanoever komt aan Israëlische zijde van het hek te liggen als de nu door de regering uitgestippelde route gevolgd wordt.