Ivan Arnaut, de zaaier van Sachalin
De Russische evangelist Ivan Arnaut kreeg afgelopen winter bezoek van een groep Nederlandse jongeren. In de ijzige kou hadden ze een warm gesprek. „Ik heb gemerkt dat er levende zielen tussen zitten.” Maandag hoopt Arnaut veel jonge mensen te ontmoeten in Bodegraven.
Toen een groep Nederlandse jongeren in februari in Rusland was, lag de sneeuw zo hoog dat Arnaut de voordeur van zijn huis moest laten uitgraven. Tijdens het bezoek nodigde de stichting Friedensstimme Arnaut uit om enkele maanden later naar Nederland te komen als spreker op de jongerendag, op tweede pinksterdag in Bodegraven. Eerst twijfelde de evangelist, maar na „diepgaande gesprekken” met de jongeren zei hij volmondig ja.
Deze week kwam hij aan, na een reis van twaalf uur. Het overbruggen van lange afstanden is Arnaut echter niet vreemd. Hij is predikant van negen gemeenten die verspreid liggen over het eiland Sachalin, een gebied dat twee keer zo groot is als Nederland. Daarnaast coördineert hij evangelisatiewerk in een groot deel van Oost-Rusland.
Bij het eerste contact met Nederlandse jongeren moest de evangelist naar eigen zeggen best even wennen. „Nederlandse jongeren zijn luidruchtiger en ze stellen zich minder passief op dan de Russische jeugd. Maar ik heb gemerkt dat er levende zielen tussen zitten. Jonge mensen die serieus de Bijbel lezen. Wat ik heel bijzonder vond, was het samen zingen van de psalmen. Ik was dat niet gewend, omdat in baptistengemeenten in Rusland alleen hymnen worden gezongen.”
Sovjet-Unie
Arnaut groeit op in de Sovjet-Unie, in het gebied dat tegenwoordig Moldavië heet. Daar trouwt hij met zijn buurmeisje Maria. Lange tijd is het echtpaar niet gelovig. „In ons hele dorp waren maar drie gezinnen die naar een baptistenkerk gingen, enkele kilometers verderop. Maar daar hoorde je hen nooit over.”
Na een begrafenis komt Arnaut in contact met een christen. „Hij droeg een keurig pak en zag er wijs uit. Ons gesprek ging over de Bijbel. Ik begreep er niets van. Hij legde mij uit dat ik mijn vragen over de Bijbel aan God kon voorleggen in het gebed. Maar dat bleef voor mij onbegrijpelijk.”
Na het bijzondere gesprek komt Arnaut, die inmiddels vader is van vier dochters, terecht in een zware periode in zijn leven. Hij denkt erover om zelfmoord te plegen, omdat hij de conflicten op het werk en de armoede niet meer aankan. „Maar midden in mijn aanvechting kwam het gesprek over de Bijbel in mij op.”
Arnaut denkt erover na om te gaan bidden. „Hoe dat moest, had ik gezien bij de christen die mij over de Bijbel vertelde. Toen er iemand thuis was, ging ik op mijn knieën. Na het gebed las ik de gelijkenis van de zaaier. Daarmee liet God mij zien dat ik niet deugde. Het gedeelte over het zaad dat terechtkwam op steenachtige grond, had betrekking op hoe ik tot dan toe geleefd had.”
Na het gebed voelt het voor Arnaut alsof er een steen van zijn hart is gehaald. „Alles was veranderd. De mensen om mij heen dachten dat ik gek geworden was. Mijn vrouw wilde er ook niets van weten. Een jaar later raakte de Heere echter ook haar aan.”
Arnaut is echter naar eigen zeggen „geen prater.” Toch gaat hij op verzoek van iemand uit zijn kerkgemeenschap voor een halfjaar naar de Koerilen, een eilandengroep nabij Kamtsjatka, op bijna 6000 kilometer van zijn oorspronkelijke woonplaats. De eilandengroep is betwist gebied tussen Rusland en Japan.
De eilanders zitten niet op de evangelist te wachten. „Ze hadden vaak grote problemen. Sommigen van hen woonden noodgedwongen in kelders van huizen die door vloedgolven waren verwoest.” Als Arnaut in de jaren 90 vaker naar de Koerilen afreist, stellen de mensen zich opener op. „Maar als ik hen opriep tot bekering, keken ze mij nooit recht aan.”
Zendeling
In 2002 wordt Arnaut gevraagd om naar Sachalin te gaan. „Ik kreeg er lange tijd geen licht over. Moest ik daar nu als zendeling gaan wonen?” Na een maand lang bidden en vasten, verneemt hij dat er nog maar twee christenen op Sachalin wonen. Dan besluit Arnaut dat hij met zijn gezin moet verhuizen. „We werden door onze omgeving bang gemaakt. Onze dochters zouden voor altijd vrijgezel blijven, omdat in het Verre Oosten bijna geen jongeren woonden.” Glimlachend: „Ook daarin heeft God voorzien. Ze zijn nu alle vier gelukkig getrouwd. Twee schoonzoons zijn predikant.”
Arnaut is „zeer dankbaar” voor de steun die hij krijgt vanuit Nederland. „Het is mijn werk om te zaaien, maar alleen God kan harten openen. Daarom bid ik ernstig voor zielen die nog niet bekeerd zijn.”