„Religie mag geen rol spelen inzake Turkije”
De EU is geen exclusief christelijk of humanistisch bolwerk en religie maakt geen deel uit van de Kopenhagen-criteria. Het zou daarom uiterst misplaatst zijn als religie een rol speelt bij de vraag of Turkije EU-lid kan worden.
Dat zei staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken vrijdag in reactie op het rapport ”De Europese Unie, Turkije en de islam” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De raad concludeert daarin dat de islam geen belemmering vormt voor toetreding van Turkije tot de EU. Die kwestie staat eind dit jaar op de agenda, als de Europese regeringsleiders moeten besluiten of de Unie onderhandelingen met dat land gaat beginnen.
In een democratische rechtsstaat behoort religie geen leidend principe te zijn in het bestuur, vindt Nicolaï. In Turkije is dat niet het geval. Dat land heeft een strikte scheiding van kerk en staat, meer nog dan andere Europese landen zoals Groot-Brittannië. Daar is de koningin ook hoofd van de Anglicaanse Kerk.
Een besluit nemen over Turkse toetreding ligt gevoelig bij de bevolking, weet Nicolaï, vanwege angst voor de islam. Daarom moet die toetreding goed worden uitgelegd aan de burgers. Anders blijven negatieve gevoelens hangen en dat wreekt zich als er referenda plaatsvinden over de vraag of Turkije EU-lid kan worden.
De staatssecretaris hoopt dat de Europese Commissie een andere angst kan wegnemen, namelijk dat ons land straks wordt overspoeld door Turkse arbeiders. De Commissie moet maatregelen voorstellen die het landen mogelijk maakt zich daartegen te beschermen. Concreet denkt Nicolaï dan aan de mogelijkheid om de arbeidsmarkt langdurig af te sluiten voor Turken.
De kwestie van de nooit door Turkije erkende genocide op zijn Armeense bevolking maakt net als religie geen deel uit van de Kopenhagen-criteria, waaraan Turkije in het najaar wordt getoetst. Het is desondanks een „ernstige zaak”, meent Nicolaï. De Turkse regering gaat de banden met Armenië verbeteren, is hem verzekerd. Belangrijk, vindt de staatssecretaris, want een land „moet in het reine zijn met zijn verleden.”