Euthanasie steeds vaker via Levenseindekliniek
Het inwilligen van euthanasieverzoeken in Nederland gebeurt steeds vaker via artsen van de Levenseindekliniek.
Dat blijkt uit het donderdag gepresenteerde jaarrapport van de toetsingscommissies voor euthanasie over 2017. Inmiddels wordt ruim een op de tien meldingen van euthanasie uitgevoerd door de kliniek. In 2013, het jaar waarin de organisatie van start ging, nam de kliniek nog maar 3 procent voor haar rekening.
In totaal maakten artsen vorig jaar 6585 keer melding van euthanasie, tegenover 6091 keer in 2016; een stijging van 8 procent. De Levenseindekliniek meldde 751 sterfgevallen als gevolg van euthanasie, tegenover 487 in 2016; een stijging van 54 procent.
Voorzitter Héman van artsenorganisatie KNMG toonde zich donderdag bezorgd over het aantal burgers dat euthanasie soms opeist als een recht. „Ook zonder euthanasie kan een levenseinde waardig zijn”, benadrukte hij.
De toetsingscommissies presenteerden donderdag verder een geactualiseerde versie van de handreiking waarin de wettelijke zorgvuldigheidseisen voor artsen rond de uitvoering van euthanasie nader worden uitgewerkt. Het document maant artsen extra behoedzaam om te gaan met verzoeken van psychiatrisch patiënten en van patiënten met gevorderde dementie, maar benadrukt dat de wet ruimte biedt voor het inwilligen daarvan.
NPV-directeur Van Dijk noemde de herziene handreiking vrijdag een aangrijpende codificatie van een ver doorgeschoten euthanasiepraktijk. „Het buitenland hanteert tenminste nog criteria waardoor bijvoorbeeld alleen mensen die terminaal ziek zijn in aanmerking komen voor actieve levensbeëindiging.” Steeds meer verzoeken die de vaste behandelaar van de patiënt weigert, vinden hun weg naar de Levenseindekliniek, constateert ook Van Dijk. „Veel beter zou het zijn als meer artsen hun weg wisten te vinden naar goede palliatieve zorg.”