Geen cent waard
De geschiedenis herhaalt zich. Terwijl er in de eerste helft van de 20e eeuw nog met halve centen werd gewerkt, raakte de cent aan het eind van die eeuw in onbruik. Althans, in het contante betalingsverkeer. Bedragen werden voortaan afgerond op 0 of 5 cent.Toen kwam de euro en kregen we de cent terug. De eurocent was immers meer dan twee keer zoveel waard als de oude cent. Bovendien werd de euro ook ingevoerd in armere landen als Griekenland en Portugal, waar men meer dan bij ons gewend is om op de kleintjes te letten.
De eurocent en ook de munt van 2 eurocent waren echter vanaf het begin niet populair. Ze maakten je portemonnee maar vol en je had er eigenlijk niets aan.
Veel van die kleine muntjes werden door de mensen opgepot of weggegooid. Daardoor dreigden tekorten te ontstaan. Ook in andere rijke eurolanden gingen vanaf het begin stemmen op om die munten buiten werking te stellen.
Inmiddels hebben de Nederlandse winkeliers besloten om na de zomer, net als aan het eind van het guldentijdperk, hun kassabonnen op veelvouden van 5 cent af te ronden. Daarmee zal de rol van de kleine muntjes sterk verminderen, al blijven ze voorlopig wel bestaan. Ze zijn nu eenmaal wettig betaalmiddel.
Het afschaffen van de eurocent kan geen nationale beslissing zijn. Dat is tegenwoordig een zaak van de Europese Centrale Bank. Die moet daarbij de wensen en behoeften van de verschillende eurolanden in ogenschouw nemen. Maar het is wel mogelijk om de cent en het tweecentstuk in de praktijk van het betalingsverkeer af te schaffen.
In de detailhandel zijn de winstmarges vaak beperkt en is het van groot belang de kosten te drukken. Dat geldt ook van de kosten van het betalingsverkeer. Door de kleine muntjes uit te schakelen verwachten winkels een versnelling van de betalingshandelingen.
Over het geheel genomen geldt dat de invoering van de euro de rol van het contante geld nauwelijks verminderd heeft. Het gebruik van de chipcard voor kleine betalingen is altijd nog beperkt. Het is niet te verwachten dat dat patroon op korte termijn ingrijpend zal veranderen.
Aan de overstap naar de euro zelf is het publiek inmiddels wel gewend, al blijven veel mensen eurobedragen omrekenen in guldens. Hier en daar hoor je de klacht dat door de euro alles duurder is geworden. Dat mag in bepaalde sectoren zo zijn, toch laten de officiële inflatiepercentages van de afgelopen jaren zien dat alles bij elkaar de inflatie heel beperkt gebleven is.
Ten opzichte van de dollar heeft de euro zich, na een aanvankelijke inzinking, goed in waarde hersteld. Wat dat betreft had het allemaal slechter gekund met onze nieuwe geldeenheid.
Wel is het stabiliteitspact, dat bij de invoering van de gemeenschappelijke munt is afgesproken, inmiddels krachteloos gebleken. Het is moeilijk de vereiste begrotingsdiscipline op te brengen. Dat betekent risico’s voor de toekomstige hardheid van de euro.
Bij een toenemende inflatie zal aan de kleine muntjes zeker geen behoefte meer zijn. Over een aantal jaren zal daarom de eurocent ook wel officieel worden afgeschaft.