Driekwart Nederlanders positief over homo’s
Driekwart van de Nederlanders denkt positief over homo- en biseksualiteit. In 2006 was dit bij de helft van de Nederlanders het geval.
Dat bleek donderdag uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Zes procent van de Nederlanders oordeelt negatief over homo- en biseksualiteit. In 2006 lag dit percentage op 15 procent. De meeste mensen hebben weinig of geen moeite met het homohuwelijk en met het recht om te leven zoals homoseksuele mannen en vrouwen zelf willen.
Ook de opvattingen over transgenderpersonen en genderdiversiteit worden positiever, concludeert het SCP; in 2012 45 procent, nu 57 procent. Negen procent van de ondervraagden oordeelt negatief over genderdiversiteit. Dat was eerst 11 positief.
Het instituut ziet de houding binnen alle bevolkingsgroepen veranderen. „Ook daar waar men van oudsher negatief over homo- en biseksualiteit denkt, zoals ouderen of religieuze personen.”
Religies
Er zijn groepen waar minstens twee keer zo negatief en minder positief wordt gedacht over homo- en biseksualiteit. Het SCP doelt op leden van de Protestantse Kerk Nederland (16 procent), leden van overige religies (30 procent) en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond (17 procent).
Er zijn onderwerpen waar Nederlanders moeite mee blijven houden. Zo worden twee zoenende mannen of vrouwen in de openbare ruimte nog altijd als meer aanstootgevend ervaren dan een man en een vrouw die zoenen.
Ook zegt 21 procent van de mensen meer moeite te hebben met twee mannen die hand in hand lopen dan met een man en vrouw die dat doen. Twintig procent van de Nederlanders stelt dat er iets mis is met mensen die zich geen man of vrouw voelen.
Het planbureau plaatst kanttekeningen bij haar manier van onderzoek. Zo valt de achtergrond van iemands mening niet te achterhalen. Mensen kunnen het om verschillende redenen oneens zijn met de stelling dat homo’s hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat zelf willen. Vanuit een negatieve opvatting over homoseksualiteit, maar ook vanwege de overtuiging dat mensen hun leven moeten leiden zoals God dat wil.
Kloof
Pieter Moens, voorzitter van het college van bestuur van de VGS, maakt zich zorgen over de brede acceptatie van homoseksualiteit en biseksualiteit in de samenleving. „De kloof wordt groter. Hoeveel ruimte zal er blijven voor de Bijbelse visie dat seksualiteit tussen één man en één vrouw én binnen het huwelijk plaats hoort te hebben?”
De SCP-publicatie zet ons stil bij de opdracht voor kerken en scholen, zegt Moens. „Meer aandacht hebben voor mensen met een homoseksuele geaardheid en hun sociale veiligheid waarborgen. Daarnaast de Bijbelse lijn binnen kerk en school helder uiteenzetten, zodat jongeren en ouderen daaraan vasthouden en er minder verlegenheid is in het contact met een homoseksuele gemeenteleden. Ik hoor regelmatig van laatstgenoemden dat christenen niet goed weten hoe zij moeten reageren als ze hun worsteling met hen delen.”