Verwachting
Jeremia 31:10
„Hoort des Heeren woord, gij heidenen, en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, en zegt: Hij Die Israël verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde.”
Er zijn veel Bijbelteksten die gaan over de toekomst van Israël. Mijn wens is dat ze gewogen en overdacht zullen worden, en dat de hoofdstukken waarin ze voorkomen zorgvuldig gelezen worden. Met één opmerking volsta ik: ze wijzen alle op een tijd in de toekomst. Ze voorspellen alle de vergadering van de Joodse natie van de vier uitersten der aarde en de terugkeer naar hun eigen land. Ik moet u zeggen dat het onderwerp veel groter aandacht verdient dan deze verhandeling eraan geeft. Toch is het beter niet in te gaan op onderwerpen die van betrekkelijk ondergeschikt belang zijn.
Ik zal de kwestie niet verder compliceren door in te gaan op de wijze waarop Israël vergaderd zal worden en met welke verschijnselen dat gepaard zal gaan. Ik zou u met bewijzen uit de Schrift kunnen laten zien dat de Joden misschien, hoewel ootmoediger, in een onbekeerde staat bijeenvergaderd zullen worden, en pas daarna geleerd zullen worden te zien op Hem Die zij doorstoken hebben. Ik zou over de toekomstige heerlijkheid van Jeruzalem kunnen spreken, nadat de Joden teruggekeerd zullen zijn, waarover Zacharia spreekt en ook onze Heere Jezus Christus.
Ik houd echter op. Ik wil mij niet buiten de tekst wagen. Het is wellicht beter te blijven bij de gewichtige belofte. Het verstrooide Israël zal weer vergaderd worden. Dat is de toekomstverwachting van Israël.
J. C. Ryle, predikant te Stradbroke (”Profetie en gebed voor de bekering van Israël”, 1879)