Op jacht naar tonijndieven in de Straat van Gibraltar
Niemand aan boord kijkt naar de grote groepen ooievaars die hoog in de lucht zweven. Alle ogen zijn gericht op het glinsterende water van de Straat van Gibraltar. En iedereen denkt hetzelfde: „Zullen de orka’s komen?”
Vissers, die hier al duizenden jaren geleden leefden, hebben die vraag ongetwijfeld ook vaak gesteld. Want waar de orka’s zijn, kun je ook tonijnen vinden.
Ieder voorjaar trekken blauwvintonijnen door de Straat van Gibraltar naar de Middellandse Zee. In de zomermaanden keren ze weer terug naar de oceaan. De orka’s die rond het Iberisch schiereiland leven zijn dol op deze snelle vissen en jagen achter de scholen aan totdat ze een uitgeputte tonijn te pakken krijgen.
De eerste vissers zagen aan de orka’s welke routes de tonijn nam en waar ze hun netten moesten uitzetten. Zo droegen orka’s bij aan de welvaart die de tonijnvangst bracht in het oude Spanje.
Maar tijden zijn veranderd. Door overbevissing is de blauwvintonijn bijna uitgestorven. En met de orka’s ging het al niet veel beter. Hun favoriete voedsel verdween, terwijl de hinder van scheepvaart en de vervuiling sterk toenam. In 2005 telde de populatie Iberische orka’s slechts dertig dieren.
Witte dampwolkjes
Veel mensen op de boot van excursiebedrijf Turmares zijn speciaal voor deze bedreigde orka’s naar het zuidelijkste puntje van Europa gekomen. Vanuit het meest zuidelijk gelegen Spaanse stadje Tarifa worden diverse tochten georganiseerd om dolfijnen te spotten. Maar om de grootste dolfijnachtige, de orka, te ontmoeten is geluk nodig. Dan klinkt de verlossende kreet: „Daar zijn ze!”
In de wazige verte verschijnen opeens witte dampwolkjes, gevolgd door opvallende zwarte rugvinnen. Voorzichtig stuurt de schipper bij, terwijl iedereen koortsachtig probeert in te schatten waar de dieren weer boven zullen komen.
Kawoof! Een enorm mannetje ademt luidruchtig uit, zo’n 10 meter van de boot. De gids aan boord herkent hem meteen aan zijn kenmerkende rugvin: „Het is Camacho.” De orka doet zijn naam eer aan: indrukwekkend.
De hele pod (familiegroep) komt nu dichterbij. Ze hebben echter niet veel belangstelling voor de enthousiaste ”whale watchers”. Hun aandacht lijkt uit te gaan naar de tientallen vissersbootjes die een stukje verderop dobberen. En terecht.
Overleven
Sinds 1995 vissen Spanjaarden en Marokkanen hier met lange lijnen op blauwvintonijn. Deze vissers kijken beslist niet uit naar de komst van de orka’s. Want wanneer een tonijn aan de haak is geslagen en de mannen hun best doen de buit naar boven te halen, slaan de zwart-witte rovers onder water toe. Ze nemen grote happen uit de voedzame vis.
Vaak blijft alleen de kop of een lege haak over. Spijtig voor de vissers, maar voor de orka’s is het een kwestie van overleven.
Kalveren
Bioloog Renaud de Stephanis, volgt al vijftien jaar de orka’s in het zuiden van Spanje. „Er zijn momenteel vijf pods bekend bij ons. Drie pods jagen met moeite zelf hun kostje bij elkaar.”
De kalveren die ze krijgen overleven meestal het eerste jaar niet. Orkamoeders die honger lijden spreken hun vetreserve aan, zodat giftige stoffen in de bloedbaan en de moedermelk terechtkomen. „De twee andere pods compenseren het gebrek aan tonijn door te stropen van vislijnen. Deze tactiek kost minder energie en levert vaak grotere tonijnen op.”
Uit onderzoek blijkt dat deze orka’s gezonder zijn en meer kalveren grootbrengen. Zo kon de populatie de achterliggende jaren weer groeien tot zo’n vijftig dieren. Dit herstel is dus grotendeels te danken aan de lijnvissers.
Beter beschermd
Renaud de Stephanis is positief over de toekomst. „De Spaanse regering heeft, mede op basis van ons onderzoek, besloten de blauwvintonijn beter te beschermen. De quota voor industriële tonijnvisserij gaan omlaag. Daarentegen mag de duurzamere lijnvisserij juist wat meer vangen, als compensatie voor de mee-etende orka’s.”
De verwachting is dat de vissers weer met rust worden gelaten als de orka’s zelf weer genoeg tonijn kunnen vangen. Tot die tijd is de Straat van Gibraltar een van de beste plekken ter wereld om deze zeezoogdieren in het wild te zien. Want waar de vissers zijn, kun je ook orka’s vinden.
>>orcazine.com
Oma is de baas
Volwassen orkamannetjes kunnen wel 9 meter lang en 6000 kilo zwaar worden. Met hun hoge, scherpe rugvin zijn ze imposant. Toch zijn de kleinere vrouwtjes juist de spil van de orkagemeenschap. Kinderen blijven meestal bij hun moeder; zolang ze leeft. En dat kan wel vijftig tot tachtig jaar zijn (mannetjes worden gemiddeld ‘slechts’ 35 jaar). Het oudste vrouwtje van de pod is de baas.
Het mooie is dat deze wijze oma op die manier haar kennis en ervaring doorgeeft aan de volgende generaties. Zo zijn er in de loop van de eeuwen wereldwijd afzonderlijke populaties ontstaan met eigen prooivoorkeuren, jachttechnieken, tradities en zelfs eigen dialecten en talen.
Daarom hebben de orka’s rond het Iberisch schiereiland, voor zover bekend, geen contact met andere populaties in de Atlantische Oceaan. Door de culturele barrière ‘begrijpen’ ze elkaar niet meer.