Apart volk
Numeri 23:9b
„Zie, dat volk zal alleen wonen en het zal onder de heidenen niet gerekend worden.”
Als zodanig is het een niet te beantwoorden vraag voor de ongelovige, een onoplosbaar vraagstuk voor de politici en een duidelijke les voor de hele wereld. Romeinen, Denen, Saksen, Normandiërs, Belgen, Fransen en Duitsers hebben zich allen op hun beurt op Engelse bodem gevestigd. Maar zij allen hebben op de lange duur hun onderscheidende eigenschappen verloren. Zij allen zijn uiteindelijk geïntegreerd in de Engelse samenleving, ook al duurde dit soms enkele eeuwen.
Met de Joden is dit echter nooit het geval geweest. Zo verstrooid als ze waren, was er altijd een samenbindend element waar geen enkele omstandigheid iets aan kon veranderen. Zo verstrooid als ze zijn, is er geen natie op aarde waar de nationale vitaliteit zo groot is als bij hen. Waar u ook zoekt, u zult hen vinden. Vestig u in koude of warme landen, u zult er Joden ontmoeten. Maar waar u zich ook vestigt, dit wonderlijke volk blijft hetzelfde. Hoewel ze vaak een sterke minderheid vormen ten opzichte van de volkeren waar ze wonen, de Joden blijven zichzelf. Drieduizend jaar geleden zei Bileam: „Dat volk zal alleen wonen en het zal onder de heidenen niet gerekend worden.” Achttienhonderd jaar geleden zei de Heere: „Dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn.” We zien deze woorden voor onze ogen in vervulling gaan (Numeri 23:9; Lukas 21:32).
J. C. Ryle, predikant te Stradbroke (”Profetie en gebed voor de bekering van Israël”, 1879)