Bijzonder volk
Jeremia 31:10b
„Hij Die Israël verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde.”
Ik wil stilstaan bij de huidige staat waarin Israël verkeert. De uitdrukking die door Jeremia wordt gebruikt beschrijft heel precies de situatie waarin de Joden zich vandaag de dag bevinden. Ze zijn een verstrooid volk. De legers van Assyrië, Babylon en Rome zijn, het ene na het andere, over Israël heengestormd en hebben zijn inwoners in ballingschap meegevoerd. Weinig of geen mensen van de tien stammen keerden terug uit de Assyrische ballingschap. Nog geen 50.000 uit Benjamin en Juda kwamen terug van de Babylonische ballingschap. Uit de laatste en ergste ballingschap, toen de tempel en de stad Jeruzalem werden verwoest, kwam niemand terug.
Israël is verstrooid geweest naar de vier hoeken van de aarde. Zoals het wrak van een schip zijn de Joden heen en weer geslingerd geweest over alle wateren en zijn op alle kusten gestrand. Maar hoewel Israël verstrooid is geraakt, is het nooit vernietigd. Eeuwenlang is het een apart volk gebleven, zonder koning, zonder land, zonder territorium, maar nooit is het verloren gegaan of opgegaan in andere volkeren. Veelvuldig is het onder de voet gelopen, maar het is nooit van het geloof van zijn vaderen afgevallen. Het is vervolgd, maar nooit vernietigd. Ook op dit moment is het een onderscheiden volk op aarde als geen ander.
J. C. Ryle, predikant te Stradbroke (”Profetie en gebed voor de bekering van Israël”, 1879)