Binnenland

Vrijgezellen stonden aan basis 70-jarig huwelijk

Drie vrijgezellen waren op 7 mei 1948 betrokken bij een huwelijk in het Groningse Ezinge: de predikant, de burgemeester en de notaris. Ze hadden nooit kunnen bevroeden dat Arie Jan Ritzema en Dien Hamming zeventig jaar later hun platina huwelijksjubileum zouden vieren.

7 May 2018 16:16Gewijzigd op 16 November 2020 13:14
Arie Jan Ritzema en Dien Hamming zijn vandaag zeventig jaar getrouwd. beeld familie Ritzema
Arie Jan Ritzema en Dien Hamming zijn vandaag zeventig jaar getrouwd. beeld familie Ritzema

Een leven van hard werken hebben ze achter de rug. Arie Jan Ritzema (98) en Egberdina Assalina Hamming (91) hebben zich zowel op hun boerderij als in het vrijwilligerswerk altijd ingezet. Een maand geleden verhuisden ze van een eengezinswoning in het Groningse Grijpskerk naar een woon- zorgcentrum in diezelfde plaats.

De bruidegom kwam op 23 april 1920 in Ezinge ter wereld en de bruid op 20 oktober 1926 in Dorkwerd. Ze ontmoetten elkaar tijdens de oorlogsjaren, toen Dien bij een zus van Arie Jan werkte. In beide gezinnen zaten onderduikers. Arie Jan: „Voor onze ouders was dat een spannende tijd. Maar jongeren deden er veel minder moeilijk over. Een jongere is makkelijk. Ouderen zijn zuinig op hun laatste jaren.” Arie Jan dook zelf tot drie keer toe onder op de ouderlijke boerderij, om te voorkomen dat hij naar Duitsland zou worden gestuurd. Hij werd nooit gepakt.

Arie Jan en Dien trouwden in 1948 in het gemeentehuis van Ezinge en in de gereformeerde kerk. Het feest werd gevierd in de boerderij van de ouders van Arie Jan. Dien: „We hebben stoelen en banken van het café gehuurd.” De trouwauto was een gehuurde Amerikaanse legerjeep. In zo’n auto kregen beiden overigens rijles. Jeeps waren er na de oorlog ruimschoots voorhanden.

Dien, die naaister was, maakte haar trouwjurk zelf. De stof was destijds schaars, maar in de provinciehoofdstad slaagde ze. „De winkelier in Groningen had blauwe stof voor me. Dat was juist mijn lievelingskleur.”

Arie Jan: „Door de crisis van de jaren 30 en door de oorlog waren er te weinig huizen. En iedereen wilde na de oorlog trouwen. Wij moesten daarom bij mijn ouders intrekken.” Twee weken eerder kreeg zijn broer en schoonzus in dezelfde boerderij onderdak, zodat er drie huishoudens in één boerderij zaten. Na enkele jaren nam Arie Jan de boerderij van zijn ouders over. Meer dan dertig jaar geleden droeg Arie Jan het boerenwerk over aan zijn zoon.

Na zijn werk als boer, had hij tal van andere bezigheden. „Ik heb gelukkig weinig rust nodig.” Zo zat hij namens de ARP in de gemeenteraad. Ook zat hij in besturen van de Boerenleenbank, de melkfabriek en de school. Daarnaast deed hij vrijwilligerswerk voor particulieren, bij wie hij in de tuin werkte. Ook hielp hij verschillende boeren. Bovendien zette hij zich in voor het plaatselijke verzorgingshuis. Voor al zijn werk kreeg hij ooit een koninklijke onderscheiding. Hij is lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Dien was actief in het verenigingswerk, handwerkte, naaide vaak en maakte veel foto’s en films voor familie in Nederland, Amerika en Canada. In 1974 begon ze met vrijwilligerswerk voor de Welfare van het Rode Kruis. Ruim veertig jaar bleef ze dit doen. Op hoge leeftijd ontving ze hier voor nog een erkenning van het Rode Kruis. „Ik heb voor de Welfare veel met andere mensen gebreid en geborduurd.”

Inmiddels nemen de krachten van beiden af. Dat was ook de reden om naar het woon-zorgcentrum te verhuizen. Vooral Dien moet nog erg wennen. Arie Jan: „Zij moest afscheid nemen van haar huis. Ik heb eigenlijk dertig jaar geleden al afscheid genomen van mijn boerderij. Voor mij is het nu wat minder moeilijk.” Het echtpaar krijgt nog steeds vaak bezoek van hun drie kinderen, die allen zijn getrouwd. Ze hebben veertien klein- en zes achterkleinkinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer