Hoop en angst bij emigratie Nederlanders naar Canada
„U wilt naar Canada? Komt naar de voorlichtingsbijeenkomst!” En ze kwamen, bij duizenden. Het emigratievirus waarde door naoorlogs Nederland. Het Openluchtmuseum in Arnhem wil vooral de emoties tonen waarmee dat gepaard ging.
Jan Heersink was nog maar 26 toen hij in 1946 burgemeester van Steenderen werd. De jongste burgemeester van Nederland. Vijf jaar later liet hij familie, ambt en woonplaats achter zich en trok met vrouw en vier zonen naar Canada. Als viceconsul in Hamilton maakte hij andere landverhuizers wegwijs.
Heersinks ervaringen vormen de kern van de nieuwe tentoonstelling, en zijn vier zonen waren er donderdagmiddag bij toen prinses Margriet de presentatie ”Wij gaan naar Canada” opende door een grote verhuiskist te onthullen. Onder een glazen plaat ligt het knipsel ”Een burgemeestersgezin emigreert”.
Aandacht voor de emigratie-epidemie was er in het Nederlands Openluchtmuseum altijd al, maar volgens woordvoerster Maaike van Dam krijgen nu vooral de gevoelens van de landverhuizers aandacht. En die waren heftig. Bezoekers mogen meeluisteren tijdens een gesprek, ergens op een Friese boerderij, waarin vader de verhuizing verdedigt, moeder geëmotioneerd beklemtoont hoezeer ze de familie zal missen, een kind vooral over de grote huizen en auto’s van Canada praat en een ander kind verdrietig afhaakt omdat vader nogal bruusk zegt dat Bello niet mee mag. Hoop op een beter bestaan en angst voor het nieuwe, het vreemde, de eenzaamheid wisselden elkaar af.
Boerenbont
Geen provincie zag in de jaren 1948-1952 zo veel inwoners vertrekken als Friesland: 14.000. De meesten gingen naar Canada. In het museum krijgt de emigratie dan ook aandacht in de boerderij uit het Friese Midlum.
Aan de bestaande expositie in de stal zijn spullen van de familie Heersink toegevoegd. En die zijn er veel: de vier zonen lieten het ouderlijk huis in Burlington intact, en moeder Mien had daar veel moeite gedaan de Nederlandse cultuur levendig te houden. Er staat boerenbontservies. Er is een recept voor het bereiden van kroketten, en een recept voor krentenbrood. Er zijn producten van Voortman Bakery en paperassen van Club The Netherlands in St. Catharines.
In de tentoonstelling zijn tal van filmbeelden te zien. Een grote foto toont de Nederlandse winkel in Burlington. Een andere laat Sinterklaas zien – Zwarte Pieten mogen in Canada niet meer.
Propaganda
Vooral boeren en landarbeiders togen naar overzee, dromend van weids land en grote machines. Ze werden ‘opgewarmd’ tijdens voorlichtingsbijeenkomsten, waarvan er nu in de Midlumse boerderij een kan worden bijgewoond, met een sprekende propagandist geprojecteerd achter de katheder.
Maaike van Dam zegt het wel een paar keer: onvoorstelbaar hoe weinig veel emigranten wisten toen ze alle schepen achter zich verbrandden en de grote stap waagden. Wat ze hadden gehoord over het nieuwe land klopte vaak maar ten dele. De taal spraken ze niet of nauwelijks. Sommigen kwamen in een andere streek terecht dan ze dachten. Ze hoopten op een beter bestaan, maar de achterblijvers lazen in de brieven wel dat de situatie vaak minder rooskleurig was dan werd verwacht.
Slapen in de badkuip
En hoe graag de Nederlanders ook uit het vaderland weg hadden gewild, in het emigratieland zochten ze elkaar weer op. „Hun emoties zijn herkenbaar”, vindt Van Dam. „Er zijn nog steeds veel mensen die naar een ander land verhuizen, al dan niet noodgedwongen als vluchteling.”
Marnix Heersink vertelde donderdagmiddag over de ervaringen in zijn ouderlijk gezin. Hij moest soms in de badkuip slapen, omdat zijn bed bezet was door een van de vele nieuwkomers die door zijn ouders werden voortgeholpen. De emigranten zagen sommige familieleden nooit terug. „Als mensen op het schip stapten, was het bijna als een levende begrafenis.”