Gehandicaptenopvang Jemima moet vanwege tekorten inkrimpen
Het kindertehuis Jemima in Beit Jalla in autonoom Palestijns gebied heeft tien plaatselijke krachten ontslagen. Verder heeft het 25 kinderen van de dagopvang overgeplaatst naar andere instellingen. De maatregelen waren nodig vanwege financiële tekorten.
Dat zei bestuurslid Jan Wannink deze week desgevraagd. De dagopvang is overigens niet gesloten. Het ging om de verplaatsing van ongeveer de helft van het aantal kinderen in de dagopvang. De andere helft is gebleven.
Ook blijft de verblijfsafdeling met 25 bewoners gewoon open. Verder gaan de medewerkers van Jemima bij veertig gezinnen thuiszorg verlenen. In Jemima blijven dertig plaatselijke krachten werken. Daarnaast zijn er vijf buitenlandse vrijwilligers. Het probleem voor deze vrijwilligers is dat Israël in de regel slechts voor drie maanden een visum geeft.
Wannink zegt dat verschillende kerkelijke richtingen hun steun hebben verminderd omdat ze andere projecten willen steunen. De plaatselijke overheid heeft toegezegd bij te zullen dragen in de kosten van Jemima, maar de betalingsachterstand bedraagt inmiddels tweeënhalf jaar. Een ander probleem is dat de euro in waarde is gedaald ten opzichte van de Israëlische sjekel. „We krijgen nu nog maar 4 sjekel voor 1 euro, terwijl dat vroeger 5 was. Dat maakt het allemaal extra duur.”
De dagopvang in het Ebergebouw is de laatste jaren behoorlijk uitgebreid, zegt bestuursvoorzitter Kees Bel. Jemima is volgens hem op de Westelijke Jordaanoever de enige christelijke organisatie die zich ontfermt over gehandicapte kinderen en 24 uurszorg, ambulante zorg en dagopvang biedt. „De waardering is groot, maar helaas blijven dus de financiën achter. De wachtlijsten voor opname en zorg zijn lang. Het gebrek aan voldoende financiële middelen belemmert echter de opname en de noodzakelijke hulp.”
In de iets afgeslankte vorm is Jemima weer een financieel gezonde instelling geworden. De instelling blijft afhankelijk van geld van christenen in Nederland. In 2013 verkeerde het huis ook in financiële problemen. Toen werden er acht kinderen naar huis gestuurd, waar ze overigens wel ambulante zorg kregen van Jemimamedewerkers.
Het kindertehuis werd in 1982 door het echtpaar Ed en Heleen Vollbehr opgericht op verzoek van de Israëlische overheid.