Politiek

Lubbers maakte premiersambt groter

Zijn maandag postuum uitgegeven memoires roepen de vraag op naar de blijvende betekenis van het premierschap van Ruud Lubbers. Drie dingen noodzaken ons hem voorlopig in herinnering te houden.

Addy de Jong en Gerard Vroegindeweij
28 April 2018 18:09Gewijzigd op 16 November 2020 13:11
Lubbers tussen andere oud-premiers, beeld ANP, Roel Rozenburg.
Lubbers tussen andere oud-premiers, beeld ANP, Roel Rozenburg.

Van de 42 premiers die Nederland sinds 1848 telt, behoort CDA’er Lubbers (1939-2018) tot de grootste. Maar wat maakt nu precies zijn historische betekenis uit? Die valt in drie punten samen te vatten.

1. Bezuinigen en winnen

Lubbers heeft bewezen dat het mogelijk is om én hard te bezuinigen én verkiezingen te winnen. Aanvankelijk leek het daar totaal niet op. Zou de man die in het kabinet-Den Uyl minister van Economische Zaken was en daarna CDA-fractievoorzitter en die bekendstond om zijn wollige taalgebruik een krachtige leider kunnen worden? Hij werd in die tijd ook nog eens gezien als een visieloze vazal, een man bovendien die bij toeval premier leek te zijn geworden omdat de veel populairdere Van Agt er plotsklaps het bijltje bij neergooide. Niemand die geloofde dat Lubbers Van Agt zou overtroeven.

Toch had de rooms-katholieke oud-ondernemer wel degelijk sterke overtuigingen. Zoals deze, dat de verzorgingsstaat was doorgeschoten. Bovendien had hij de energie en het lef om dit probleem aan te pakken. In een jaar of acht saneerde hij, net zoals Thatcher dat in Engeland deed en Kohl in Duitsland, de verzorgingsstaat. Hij sloot (in 1982) samen met de vakbeweging het Akkoord van Wassenaar en werd daarmee niet alleen de peetvader van het Nederlandse poldermodel, maar ook de verpersoonlijking van de zakelijke jaren tachtig en van het bij die tijd behorende no-nonsensebeleid.

En ondanks dat zette hij twee fenomenale verkiezingsuitslagen neer: 54 zetels in 1986 en in 1989.

2. CDA opbouwen en ‘afbreken’

Blijvende betekenis heeft Lubbers ook als de man die het CDA tot een eenheid smeedde en die deze ‘nieuwe’ politieke groepering in het centrum van de macht plaatste. Analyseerden in de jaren zeventig de meeste journalisten en politicologen dat christelijke politiek haar langste tijd gehad had? En dat ook de fusie van KVP, ARP en CHU de gestage electorale neergang niet zou kunnen stuiten?

Lubbers liet zien dat deze prognoses in de papierversnipperaar konden. Als CDA-fractievoorzitter bewees hij in de jaren 1978-1981 een politieke koorddanser te zijn die de nog piepjonge partij, met in haar Kamerfractie een flinke groep dissidenten, bij elkaar wist te houden. Waarna zijn eclatante verkiezingsoverwinningen in de jaren daarna eveneens eenheidsbevorderend werkten. De christelijke partijen op hun retour? Het tegendeel bleek het geval: Lubbers trok als christelijk politicus juist veel kiezers buiten de traditionele achterban van zijn partij.

Hierbij past overigens de kanttekening dat hij in een latere fase van zijn leven óók heeft bijgedragen aan de terugval van zijn partij. De verkiezingsnederlaag van 1994 was mede aan zijn fouten te wijten. En de bijna-scheuring in het CDA in 2010 was mede het gevolg van zíjn optreden als informateur, waardoor Wilders bij de formatie van Rutte I werd betrokken.

3. Het premierschap allure geven

Blijvende betekenis heeft Lubbers ten slotte gekregen doordat hij het ambt van minister-president groter, aanzienlijker en inhoudsvoller maakte dan het vóór hem was. Mede door zijn lange zittingsduur –geen premier haalde ooit zijn record van 4309 dagen in het Torentje– maar vooral door zijn dominante persoonlijkheid ontwikkelde het premierschap zich in zijn tijd van een simpel voorzitten van de ministerraad naar een ambt met presidentiële trekjes.

Internationale ontwikkelingen speelden daarin trouwens eveneens een rol. Terwijl in de buitenlandse politiek het Europese toneel steeds belangrijker werd, eiste Lubbers daarin zijn plek nadrukkelijk op. Dit tot woede en frustratie van zijn partijgenoot Van den Broek, die zich als minister van Buitenlandse Zaken steeds vaker uit de schijnwerpers geduwd voelde door Lubbers’ haantjesgedrag. Díé wilde op het Europese podium naast Kohl en Thatcher staan, en hij zorgde er wel voor dat dit ook gebeurde. Het leidde tot een opwaardering van het premierschap, een ontwikkeling waarvan na hem Kok, Balkenende en Rutte profiteerden.

Zoon Bart: Voor elk probleem had hij een oplossing

Over kwesties die zijn persoon raakten, liet oud-premier Ruud Lubbers zich tijdens zijn arbeidzame leven bijna nooit uit. Daarom is het verrassend dat er enkele weken na zijn overlijden, in februari, een boek verscheen met als titel ”Persoonlijke herinneringen”.

De tweede zoon van Lubbers, Bart (52), werkte nauw mee aan de totstandkoming ervan. Bart geniet bekendheid als mede-eigenaar van Fastned, het bedrijf dat laadstations voor elektrische auto’s over heel Europa uitrolt.

Waarom is dit boek er gekomen?

„Toen het de laatste twee jaar slechter met mijn vader ging, zei de historicus Geert Mak tegen hem: „Ruud, ga gewoon elke dag een paar uur schrijven, want dat is goed voor je gemoedsrust.” Dat advies volgde hij op en schreef toen vooral over zijn ouders en grootouders. Ruim een jaar geleden kwam bij hem de gedachte op om de persoonlijke herinneringen uit te geven. Toen heb ik de schrijfster Hannah Aukes gevraagd om een en ander te ordenen. Zij heeft vier lange interviews met mijn vader gehouden. Tegen de zomer van 2017 zag mijn vader het niet meer zitten. Hij wilde ermee stoppen, hij lag er regelmatig over te piekeren. Toen heb ik gezegd: „Laten we er dan mee stoppen.” Het welzijn van mijn vader was belangrijker dan een boek.

Hannah ging er echter wel mee door, want eigenlijk lag bijna alle informatie er al. Op de achtergrond dacht ik ook mee. Met Kerst vorig jaar lag er een manuscript. Dat heb ik op kerstavond aan mijn vader gegeven. Dat was een bijzonder moment. Het ging die avond slecht met hem. We zouden bij mijn zus gaan eten, maar na een halfuur ging hij al weg. In de week die volgde, heeft mijn vader het manuscript helemaal doorgelezen en van kanttekeningen voorzien. Die zijn verwerkt en daarmee was eigenlijk het boek klaar.”

Uw vader stond bekend vanwege zijn wollige taalgebruik. Lubberiaans werd dat genoemd. Het boek is juist heel helder. Vanwaar dat verschil?

„Ik ken deze kritiek. Maar volgens mij viel het destijds allemaal wel mee. Hem werd vaak naar een mening gevraagd, maar dan gaf hij een analyse van de situatie en een oplossing waarin meerdere partijen zich konden vinden. Dat was zijn taak als premier.”

Ging het vroeger thuis vaak over politiek?

„Ja, best wel. Maar ook over de economie. Ik weet nog van een wandeling die we samen maakten en hij vertelde over allerlei voorstellen uit de begroting en vroeg wat ik ervan vond. Later dacht ik: hij is aan het oefenen voor de Algemene Beschouwingen. Mijn vader was van het redelijke en van het argumenteren. In veel discussies en debatten had hij alle mogelijke varianten al overwogen en de consequenties ervan doordacht.”

Hoe was uw verhouding met uw vader?

„Heel goed. Mijn ouders trouwden jong. Daardoor was er nauwelijks sprake van een generatiekloof met de kinderen. Ik ging het huis uit toen mijn moeder 44 was. De carrière van mijn vader ging snel. Dat heeft de verhoudingen niet negatief beïnvloed. Hij was wel vaak weg, maar was er toch ook voor ons. Toen mijn opa overleed, werden mijn vader en mijn oom directeur van staalbedrijf Hollandia, dat meerdere vestigingen had. Nog weer tien jaar later ging mijn vader de politiek in en werd hij minister van Economische Zaken.”

Uw vader gaat in het boek diep door het stof omdat hij zijn opvolger, Brinkman, in 1994 liet vallen. Kwam die knieval voor u als een verrassing?

„Niet echt. Toen het gebeurde, in 1994, heb ik direct al tegen hem gezegd dat dat niet zo’n slimme actie was. Hij heeft het intern al vaker erkend. Ook tegenover Brinkman. De verhoudingen waren weer goed. Ze gingen samen ook regelmatig eten. Daar waren dan ook oud-minister Ruding van Financiën en oud-minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken bij. En uiteraard de echtgenotes.”

Over een andere onthulling, namelijk dat Hirsch Ballin als toekomstig minister in het eerste kabinet-Rutte de PVV’er Wilders zou moeten behoeden voor onjuiste staatsrechtelijke uitspraken, zei Wilders: „Onzinverhaal, Lubbers is knettergek geworden.” Wat is uw reactie daarop?

„Dat zijn woorden van Wilders. Mijn vader had er andere herinneringen aan.”

Uw vader was 55 jaar toen hij uit Den Haag verdween. Een echt uitdagende functie die bij hem paste, heeft hij nooit meer gevonden. Raakte hem dat?

„Zijn naam werd genoemd als secretaris-generaal van de NAVO. Dat was niet echt een functie die bij hem paste. Het voorzitterschap van de Europese Commissie was hem meer op het lijf geschreven, maar dat blokkeerde de toenmalige Duitse bondskanselier Kohl. Mijn vader is toen hoogleraar geworden in Tilburg en in Boston. Daar beleefde hij veel genoegen aan. Hij was ook nog hoge commissaris voor de vluchtelingen van de VN. Dat is ongelukkig afgelopen, maar hij had daar wel een bijzondere tijd.”

Uit het boek blijkt dat uw vader betrokken was op de kerk. Hoe kwam het dat hij daar als politicus weinig uiting aan gaf?

„Als politicus was hij neutraal. Dat was ook nodig omdat hij als premier boven de partijen moest staan.”

Speelde het christelijk geloof een rol in de opvoeding van jullie als kinderen?

„Zeker. Tot mijn twaalfde gingen we elke zondag naar de kerk. Ik bezocht katholieke scholen, maar het ging er thuis niet uitgebreid over. Het was meer een vanzelfsprekendheid. Mijn vader begon als overtuigd katholiek, in de zuil, maar later ging hij meer de spirituele kant op. Hij ontmoette ook veel mensen met andere geloofsovertuigingen. Hij putte persoonlijk wel kracht uit het geloof en was erg blij met de huidige paus. Van dat heel strikte hield hij niet. De kerk moet er ook zijn voor de mensen om ons heen. Zelf reisde ik veel door Afrika en Zuid-Amerika. Daar zie je dat de meeste scholen en hospitalen er kwamen door bemoeienis van de kerk. Dat is positief.

Bijzonder was dat mijn vader in de tijd dat hij premier was en in het Torentje kantoor hield, daar een crucifix had hangen. Dat was zeer tegen de zin van de toenmalige Kamervoorzitter, de PvdA’er Dolman. Die vond dat de overheid neutraliteit moest uitstralen. En laat mijn vader de crucifix nu hebben ontvangen van een delegatie uit het Italiaanse parlement die destijds op uitnodiging van Dolman naar Nederland kwam…”

Er wordt door de familie geheimzinnig gedaan over de ziekte en het overlijden van uw vader. Er zijn geruchten over depressiviteit en euthanasie. Waarom komt daar geen openheid over?

„Dat is een privézaak, iets voor de familie, en niet voor de buitenwereld. En als er dan geruchten ontstaan; dat zij zo.”

Hoe zult u zich uw vader blijven herinneren?

„Als een enorme steun. Ik had veel contact met mijn vader. In alle omstandigheden bleef hij redelijk. Hoe groter de crisis, hoe rustiger mijn vader. Hij leerde mij om rustig te blijven nadenken. Dan is er voor elk probleem wel een oplossing te vinden. Tot op het laatst was hij een vraagbaak voor mij.”

„Fout, fout, fout, Ruud”

In het twee weken geleden verschenen boek “Persoonlijke herinneringen”, de memoires van de in februari overleden oud-premier Lubbers, vallen enkele zaken op.

  • In een van de laatste hoofdstukken van het boek gaat het over Lubbers’ rol als informateur bij de samenwerking tussen VVD, CDA en PVV in 2010: „Ik dacht: er is maar één man in Nederland die Wilders kan temmen en dat is vanwege zijn intellectuele kracht Ernst Hirsch Ballin.” Daarom stelde Lubbers voor om Hirsch Ballin minister van Justitie te maken. VVD-leider Rutte stond daarvoor open, net als Wilders. Het feest ging niet door, want Hirsch Ballin wilde niet vanwege bezwaren die zijn vrouw had.

  • In het boek erkent Lubbers dat hij in 1994 fout handelde door zijn opvolger, CDA-lijsttrekker Brinkman, af te vallen. „Ik was mijnerzijds zeer deloyaal tegen Elco Brinkman. Kennelijk was ik over de rooie. Een keuze waarvan ik later denk: fout, fout, fout, Ruud.”

  • Verder beschrijft het boek de beschuldiging van ongewenste intimiteiten door een medewerkster van de VN. Lubbers ontkende alles, maar het leidde uiteindelijk wel tot zijn vertrek als hoge commissaris voor de vluchtelingen. Ook doet het boek uit de doeken waarom de Duitse bondskanselier Kohl zijn kandidatuur als voorzitter van het dagelijks bestuur van de Europese Unie niet steunde. De Nederlandse oud-premier was in de ogen van Kohl niet „deutschfreundlich.”

  • Ook is Lubbers open over zijn jeugdjaren. Tussen de regels door tekent hij het een en ander op over zijn rooms-katholieke geloof en zijn depressies.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer