Brief van moslims aan christenen uit 2007 bleef bij woorden
Christenen en moslims kunnen zich samen inzetten voor het goede door tot een gedeelde visie op voltooid leven te komen.
Het idee werd dinsdag geopperd tijdens een studiedag over ”A Common Word” (Een Gemeenschappelijk Woord). De Raad van Kerken belegde deze dag in Amersfoort.
”A Common Word” is een verklaring uit 2007 van 138 prominente moslimgeleerden aan de paus en andere christelijke leiders. Ze verklaren daarin dat de geboden om God en de naaste lief te hebben niet exclusief Bijbels zijn, maar ook in de Koran staan. Daarom, concluderen de islamitische wetenschappers, kunnen christenen en moslims zich gezamenlijk inspannen voor vrede.
Elitair stuk
De Raad van Kerken wilde ruim tien jaar na dato weten of en hoe ”A Common Word” in Nederland voet aan de grond heeft gekregen. Een van de sprekers, Rasit Bal van het Contactorgaan Moslims & Overheid, zei dat hij het document met enkele imams heeft besproken. Een van hen zei dat ”A Common Word” een elitair karakter heeft en daarom weinig ingang heeft gevonden, zeker niet bij ‘gewone’ moslims.
Bal meent dat samen „wedijveren voor het goede” alleen kan als er vertrokken wordt vanuit „werkelijke problemen.” Hij vertelde dat enkele schooldirecteuren hem met enkele imams hadden uitgenodigd om langs te komen tijdens examens in de ramadan. De directeuren vertelden dat het voor islamitische kinderen moeilijk was om de toetsen tot een goed einde te brengen, omdat het vasten een zware wissel op hen trok. Voor de imams was het probleem duidelijk, aldus Bal. „Nood breekt wet. Maar ze hadden goede argumenten van schooldirecteuren nodig om de kinderen toestemming te kunnen geven om water te drinken.”
Harry Mintjes –voorzitter van de contactgroep islam Raad van Kerken– zei in Nederland geen project te kennen dat „in naam van ”A Common Word” is gerealiseerd. Hij noemde een aantal onderwerpen die christenen en moslims gezamenlijk zouden kunnen doordenken, waaronder voltooid leven. „Zowel christenen als moslims hebben hierover opvattingen. Misschien moeten we zelfs wel gezamenlijk stelling nemen over ontwikkelingen op dit terrein in onze samenleving.”
Zonnepanelen
Na een pauze vormden de ongeveer twintig aanwezigen kleine groepjes om enkele onderwerpen wat nader in te vullen. Zo dacht een handvol mensen na over diaconaat. Ze formuleerden ideeën hoe een lokale kerk en moskee de handen ineen kunnen slaan om een collecte te houden voor een gezamenlijk doel.
Een andere groep brainstormde over duurzaamheid. Wat doe je als je als kerk duurzame energie wilt opwekken, maar je gemeente samenkomt in een monumentaal gebouw? Juist, dan neem je contact op met de moskee om de hoek. „Die heeft een plat dak, daar kunnen lekker veel zonnepanelen op.”
Enkele aanwezigen pijnigden hun hersens over de vraag hoe je mensen met verschillende religieuze achtergronden met elkaar in contact brengt. Een van hen wil daarvoor een website bouwen.
Klaas van der Kamp –algemeen secretaris van de Raad van Kerken– kreeg als laatste het woord. Alle ideeën die op de studiedag voorbijkwamen heeft hij genoteerd. Ze vormen essentiële input voor een nieuw beleidsplan.