Recept: Sla met kaassaus
Als slaliefhebber verheug ik me al op het aanstaande moestuinseizoen. Wanneer slakken en vogels de opkomende plantjes niet al te grondig te grazen nemen, vallen er binnenkort hopelijk weer talloze gemengde salades bij elkaar te sprokkelen. Want niet alleen voor de hand liggende gewassen als kropsla, pluksla en andere slasoorten doen het goed in een salade. Ook spinazie, andijvie, eeuwig moes, bietenloof, rucola, snijbiet en allerlei soorten kruiden zijn daarvoor heel geschikt.
Zo’n moestuin in volle glorie zou je een soort snoepwinkel voor sla-eters kunnen noemen. Maar voorlopig is het nog niet zover. De grond ligt zelfs nog grotendeels braak. Er is in ieder geval nog weinig zichtbaar leven te bekennen. Bij wijze van overbrugging is er natuurlijk niks mis met kropsla of gemengde blaadjes van de groenteboer.
Voor een salade geldt dat de charme ervan voor een groot deel bepaald wordt door de saus waarmee hij wordt aangemaakt. De eenvoudigste manier om dat te doen danken we aan de Italiaanse keuken. Wat Italianen ”insalata” noemen, heet bij ons salade. Italianen maakten en maken hun sla aan met een mengsel van olie en azijn, peper en zout en eventueel wat kruiden. Dergelijke vinaigrettes worden ook in onze contreien nu al sinds de middeleeuwen gebruikt om sla klaar te maken.
Op die manier doe ik dat ook vaak: een bodempje azijn of eventueel citroensap loskloppen met wat peper en zout of een theelepel mosterd, daarna een flinke scheut olijfolie erdoor. En dat dan op het laatste moment door de sla husselen.
Extra virgine olijfolie of sesamolie heeft een heel ander effect dan neutrale olie. Balsamicoazijn of een azijnsoort op basis van fruit ook. Iets zoets in de vorm van een lepeltje honing of een drupje gembersiroop (gewoon uit een potje) kan ook lekker zijn.
Maar je kunt in plaats van een tamelijk vloeibare vinaigrette bij wijze van variatie ook zelf een saus over de sla maken. Bijvoorbeeld op basis van een pittig blauw kaasje. Iets meer werk, maar wel heel lekker.
Sla met kaassaus
Ingrediënten (bijgerecht voor 4 personen)
- 1 kropsla of 1 bakje gemengde sla
100 g zachte blauwschimmelkaas (bijvoorbeeld gorgonzola of Castello Blue)
100 ml karnemelk
1 teen knoflook
1 el olie
een handje walnoten of pijnboompitten
tomaatjes
Bereiding
Snijd de kaas in stukken. Pers de knoflook uit. Doe de kaas, de karnemelk, een beetje geperste knoflook en de olie in een smalle beker. Pureer alles met de staafmixer tot een romige saus. Zet de saus liefst voor gebruik een paar uur afgedekt in de koelkast.
Was de blaadjes voor de salade in ruim water. Laat ze goed uitlekken in een vergiet of slinger ze droog in een slacentrifuge. Scheur de blaadjes desgewenst in stukken. Doe ze in een ruime kom.
Rooster de noten of de pitten even in een droge koekenpan. Laat ze afkoelen. Breek de noten eventueel in stukjes. Snijd de tomaten in partjes. Meng de noten en de tomaten door de salade. Maak de sla vlak voor het serveren aan met de saus.