Initiatiefnota GroenLinks daagt artsen én patiënten uit
Toegegeven, hij oogde behoorlijk somber en massief: de openingskop in de krant van maandag. „Oudere niet te snel opereren”, zo luidde het aan GroenLinks-Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet toegeschreven citaat. Het betrof één element uit de initiatiefnota die Ellemeet die dag in de Tweede Kamer presenteerde. Daarin somt zij namens haar partij enkele maatregelen op die de ouderenzorg in staat moet stellen de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Hoe gaan kwaliteit en doelmatigheid hand in hand, zo luidt de kern van de vraag die Ellemeet stelt.
Een van haar suggesties is om de risico’s rond het doen van ingrijpende en complexe ingrepen bij ouderen nog grondiger af te wegen dan nu gelukkig veelal al gebeurt. Ellemeet heeft daar een punt bij de kop dat zeker hout snijdt. Uit onderzoek is al meermalen gebleken dat de patiënt die de arts en de familie in het achterhoofd hebben als de voors en tegens van een zware operatie of een chemokuur aan de orde zijn veelal de 50-, 60-jarige is, die is gediagnosticeerd met één specifieke ziekte, bijvoorbeeld kanker. En dus niet: de 80-jarige met meerdere ziekten tegelijk.
Als dat wel de patiënt is om wie het in een concrete situatie gaat, doet dat zeker terzake. Een behandeling die voor een vitale vijftiger zinvol en kansrijk kan worden geacht, kan voor een kwetsbare oudere juist eerder schadelijk zijn dan goed.
Ooit begon de discussie over de zinvolheid van ingrepen bij ouderen met voorstellen voor het instellen van een kostenplafond. In een later stadium is ook een harde leeftijdsgrens als criterium geopperd. Alsof ethische vraagstukken in een handomdraai zijn terug te brengen tot kille rekensommen. Wie meteen naar zulke paardenmiddelen grijpt, geeft echter al bij voorbaat de hoop op dat medisch specialisten en patiëntenverenigingen stap voor stap kunnen komen tot betere en meer verfijnde richtlijnen rond ingrijpende operaties.
Dat kan wel, blijkt in de praktijk, net zoals artsen erin kunnen slagen om de familie er in een goed voorbereid en rustig gesprek van te overtuigen dat het soms aantoonbaar beter is om van een intensieve ingreep af te zien. Daarbij is het wel zaak dat medisch specialisten en ziekenhuizen die al investeren in zo’n gesprek de ruimte moet worden geboden om daarmee door te gaan. Wie het belang van de patiënt vooropstelt en om die reden afziet van een ingreep of kiest voor palliatieve in plaats van op genezing gerichte zorg mag daar niet financieel voor worden afgestraft.
Ellemeets voorstel nodigt verzekeraars en ziekenhuizen dus ook uit om te blijven zoeken naar bekostigingsmodellen waarin meer niet altijd beter is.
„Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld”, belijdt de dichter in Psalm 39. Een patiënt die mag ervaren dat zijn leven in Gods hand is, mag ook ontspannen zeggen: Genoeg is genoeg en overdaad schaadt. Ook ten aanzien van de gezondheidszorg.