Kom over en help wil groei met behoud van betrokkenheid
Hulpverleningsorganisatie Kom over en help groeit en heeft gekozen voor een nieuwe organisatiestructuur. Hoofd programma’s en directeur Rijk van Ginkel is sinds de pensionering van zijn voorganger Karst de Vries het nieuwe gezicht van de organisatie.
Al is Van Ginkel nog geen maand in functie, het belet hem niet om grote plannen te hebben voor de toekomst. In zijn visie zou de hulporganisatie uit Nijkerk extra taken kunnen oppakken en een vruchtbare samenwerking aangaan met studenten.
De organisatie verkeert in transitie, legt hij uit. „Sinds 1 april geven we met twee mensen leiding aan de organisatie. Corine de Jong heeft het beheer over communicatie en fondsenwerving en ik over de inhoudelijke programma’s. Daarnaast heb ik directeurstaken.”
Van Ginkel is arts en is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam bij de afdeling kindergeneeskunde. Hij werkte jarenlang in Afrika als arts en later als programmamanager bij Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen. Hij woont in Bodegraven, is getrouwd, heeft vijf kinderen en is lid van de hervormde gemeente Bodegraven.
Bijbelsmokkel
Met Kom over en help maakte hij in de jaren 80 kennis toen hij Bijbels smokkelde naar Roemenië. Vanaf 2016 was hij als bestuurslid aan de organisatie verbonden, en nu dus als directeur. Een dag per week blijft hij alarmcentralearts.
De Jong, die al langere tijd voor Kom over en help werkt: „We willen graag een zelfsturende organisatie zijn met weinig hiërarchie. Bijkomend voordeel is dat deze nieuwe organisatievorm kostenbesparend werkt. Wij gaan uitbreiden zowel wat betreft het personeel in Nederland als de projecten in het buitenland. We zien nog zoveel nood in de landen waar we werken en waar we ons geroepen weten om te dienen. We willen groei, maar dan wel zo dat de kleinschaligheid en de persoonlijke betrokkenheid blijft.”
Microkredieten
Als voorbeeld van een beeldbepalend project voor de organisatie noemt De Jong het verstrekken van microkredieten in Moldavië. „Onze partner-organisatie Invest-Credit investeert in mensen door hun een krediet te geven waarmee ze een eigen onderneming kunnen starten. Invest-Credit werkt vanuit een christelijk beginsel. Door het verlenen van de kredieten gaat de situatie van gezinnen erop vooruit.”
Van Ginkel legt uit hoe het zit met die gezinnen. Hij pakt een blanco papier en tekent er een stip op. „Kijk”, zegt hij, daarnaar wijzend. „Wij richten ons vooral op kwetsbare kinderen. Dat kunnen kinderen met een handicap zijn maar ook kinderen met één ouder of kinderen in armoede. We zijn er echter niet alleen voor het geven van hulp, maar ook voor het verstevigen van de basis van de kinderen.” Terwijl hij dat zegt, tekent hij een kring om het kind. Die moet het gezin voorstellen.
Vanuit de cirkel tekent hij lijnen. Dat zijn de personen en instanties die met het welzijn van het kind te maken hebben, op het gebied van educatie, gezondheidszorg, religie en werk. „We willen in de toekomst nog meer dan nu gaan werken aan de ontwikkeling van de kinderen. Dat betekent dat we meer gaan investeren in de omgeving van het kind. Daarvoor gaan we op zoek naar goede organisaties rondom het kind, zoals dat bijvoorbeeld in Moldavië al gebeurt.”
Verbreden
Van Ginkel denkt niet alleen aan verdieping maar ook aan verbreding van het werk van Kom over en help. Op dit moment werkt de organisatie in Albanië, Armenië, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Oezbekistan. De hulp aan Bulgarije is in 2017 afgebouwd. Er wordt gezocht naar een nieuw land waar de organisatie actief kan worden.
De directeur wil op termijn graag in contact komen met jongeren voor het doen van onderzoek. Hij heeft al contacten met het onderwijs over het opzetten van een werkgroep. „Studenten zouden bijvoorbeeld kunnen onderzoeken hoe het zit met de scholing van jongeren in Albanië of met de invoerrechten in Georgië. Promovendi zouden bijvoorbeeld studie kunnen doen naar de verschillen tussen gehandicapte kinderen in de Kaukasus en in Nederland, of naar het opzetten van coöperaties in de landen waarin Kom over en help werkt. Onze organisatie wil aanstaande promovendi graag faciliteiten bieden, waarbij het onderzoek ten goede komt aan de professionalisering van ons werk.”
Kom over en help
De organisatie Kom over en help werd in 1974 opgericht en hield zich aanvankelijk vooral bezig met het smokkelen van Bijbels naar de landen van het Oostblok. Na de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa legde de organisatie zich met name toe op hulptransporten, onder andere naar Roemenië en Oekraïne.
Op dit moment richt Kom over en help zich in het bijzonder op kwetsbare kinderen in Oost-Europese landen en landen en de Kaukasus, waarbij niet de hulpverlening maar de ontwikkeling van hen centraal staat.
Een initiatief dat Kom over en help ondersteunt, zijn dagopvangcentra. Die zijn in 2017 door ruim 900 kinderen bezocht. De kinderen krijgen hier eten, veiligheid en vriendschap. Veel kinderen die anders vroegtijdig de school verlaten, worden ondersteund om het onderwijs te doorlopen en te bouwen aan een goede toekomst. Kom over en help gaat hier in de toekomst nog meer op inzetten.
De inkomsten uit de achterban zijn in 2017 gegroeid van 1,6 miljoen euro in 2016 naar 1,95 miljoen euro. De totale inkomsten in 2017 bedroegen 2,5 miljoen euro.