WASHINGTON. De Amerikaanse president Donald Trump heeft vrijdag de OPEC, de organisatie van olieproducerende landen, tegen zich in het harnas gejaagd. Hij twitterde dat een kunstmatig opdrijven van de olieprijs niet zal worden geaccepteerd.

De OPEC-leden en een aantal andere landen, waaronder Rusland, waren vrijdag voor overleg bijeen in Jeddah in Saudi-Arabië. Zij hanteren sinds begin vorig jaar afspraken om de hoeveelheid ruwe olie die zij oppompen te beperken, met de bedoeling de in de laatste jaren lage prijs op te krikken. Die strategie lijkt succesvol. Zo kwam de notering van Brent, olie uit de Noordzee, deze week voor het eerst sinds eind 2014 boven de 73 dollar per vat uit.

De deelnemers aan het beraad in Jeddah waren het dan ook eens over voortzetting van hun beleid. Zij willen de voorraden verder terugdringen, zodat de prijs verder kan stijgen, wellicht tot tussen de 80 en 100 dollar. Dat niveau was aan de orde van 2011 tot eind 2014. Daarna volgde een forse daling, onder invloed van onder andere investeringen in de Verenigde Staten in wat heet fracking, het winnen van olie uit schaliegesteente diep in de bodem, en het daaruit voortvloeiende grotere aanbod.

Trump reageerde via Twitter op de uitkomst van de jongste vergadering. „Het lijkt erop dat de OPEC weer bezig is. Olieprijzen zijn kunstmatig heel hoog. Niet goed en het zal niet worden geaccepteerd”, aldus de president. Wat hem bij het laatste voor ogen staat, is niet duidelijk. Hij wijst erop dat er nog „recordhoeveelheden olie overal” zijn, met vele volgeladen schepen op zee, en dat daarom de prijsstijgingen niet nodig zijn.

De tweet van Trump zorgde vrijdag voor een lichte daling van de olieprijzen. Een vat Amerikaanse olie daalde 0,5 procent tot 67,93 dollar. Brentolie werd ook 0,5 procent goedkoper op 73,38 dollar.

Het IMF voorspelde deze week een gemiddelde prijs voor Brent van slechts 62 dollar dit jaar en 58 dollar in 2019.