Hoogleraar Nagy (PThU): Theoloog moet migratiekwestie verbinden met diepere vragen
De theologie moet zich mengen in „het verhitte debat” over het migrantenvraagstuk. Zij ziet de migrantenkwestie namelijk niet als geïsoleerd verschijnsel, maar in het verband van Gods schepping en Zijn plan met de mensheid.
Dat betoogde de etnisch Hongaarse prof. dr. Dorottya Nagy, hoogleraar missiologie aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), woensdagavond in Kampen tijdens de openingslezing van de Comenius Conferentie.
Prof. dr. H. de Roest (PThU) opende de elfde Comenius Conferentie met een toelichting op het thema ”Theologie in een wereld van ideologieën: autoriseren of bekritiseren?” Aan de conferentie, die tot zaterdag duurt, nemen circa dertig personen deel.
Prof. Nagy publiceerde onder meer over het migratievraagstuk in relatie tot de theologie. Al in de titel van haar lezing klonk de dubbelzinnigheid van het migrantenvraagstuk door: ”De ideologisering van het migratievraagstuk”. Die ideologisering neemt prof. Nagy waar in „de huidige verhitte discussies” over migranten in Europa. „Soms wordt het debat in de sfeer van de afgoden getrokken.”
Veel politieke ideologieën zien volgens prof. Nagy migratie onterecht als een zelfstandig probleem. Daarom hield de hoogleraar missiologie een pleidooi om migratie als een complex verschijnsel te zien dat in een brede context staat. In dat kader spelen politieke, sociale, culturele en religieuze factoren een rol.
Volgens de hoogleraar moeten theologen, anders dan politieke ideologen, de migratiekwestie in verband brengen met diepere existentiële vragen. „Een goede theologische doordenking van het migrantenverschijnsel leidt tot de onhoudbaarheid van zowel links als rechts gekoesterde mythes.” Naast de mythes bekritiseerde prof. Nagy bijbehorende uitdrukkingen, zoals: ”gesloten grenzen leiden tot minder migratie”.
Taak
Prof. Nagy erkent dat iedere theologie vanuit een specifieke maatschappelijke context gevormd wordt en dus nooit geheel vrij is van ideologieën. Toch ziet zij een taak voor de theologie om de discussie over migranten boven het niveau van de borrelpraat uit te tillen. Theologen kunnen vanuit de Bijbel licht laten schijnen over thema’s die met migratiestromen te maken hebben.
In haar lezing behandelde prof. Nagy behandelde verder een aantal vragen in verband met migratie. Daarbij ging zij onder meer in op de verschillen tussen vreemdelingen, asielzoekers, expats en economische gastarbeiders.
In het slot van haar lezing focuste prof. Nagy op twee theologische thema’s, die zij beschreef als diasporatheologie en herbergzaamheidstheologie. De Bijbelse gegevens van ballingschap en diaspora bieden volgens de hoogleraar aanknopingspunten bij de migrantenproblematiek: „Het is echter de vraag: wat is het thuisland en wat is het land van de ballingschap? Als gelovigen uit Afrika naar Europa komen, verspreiden ze het Evangelie. Zo bezien is Europa een zendingsveld en de stroom Afrikaanse migranten een onderdeel van Gods plan tot Evangelieverkondiging.”
Bij het onderdeel herbergzaamheidstheologie noemde prof. Nagy het algemene gebod tot naastenliefde en het bijzondere gebod voor vreemdelingen. Ook vanuit de theologische notie van God als Schepper van alle mensen zijn volgens haar lijnen naar de migranten te trekken. Prof. Nagy verwees daarin naar de Tsjechische geleerde Comenius, die een voorvechter was van het algemeen recht op onderwijs.
In het samenwerkingsverband Comenius ontmoeten Nederlandstalige protestantse theologische universiteiten en Midden- en Oost-Europese zusterinstellingen elkaar.
Vluchteling
Vanuit Nederland participeren naast de PThU ook de Theologische Universiteiten van Kampen en Apeldoorn (TUK en TUA) en de theologische faculteit van Leiden erin. De Evangelische Theologische Faculteit uit het Vlaamse Leuven (ETF) neemt eraan deel en vanuit Midden- en Oost-Europa zijn vertegenwoordigers uit Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Roemenië erbij betrokken.
De naam van het samenwerkingsverband verwijst enerzijds naar de Tsjechische geleerde Jan Amos Comenius (1592-1670), die vanwege zijn geloofsovertuiging als vluchteling in Nederland leefde. Anderzijds is de naam een afkorting van ”Commissie voor Oosten Midden Europese en Nederlandse Inter-Universitaire Samenwerking”.