Levensvragen over het lijden in deze wereld
De Koreaanse schrijfster Han Kang (1930) begint haar boek ”Wit” met een lijst van dingen die allemaal wit zijn. De lijst begint met ”Bakerwindsels” en eindigt met ”Lijkwade”. De vragen die het leven met zich meebrengt, gaan alle over de tijd, de mens die geen geweld wil veroorzaken en over de toegang tot het lijden van anderen en dat van de schrijfster zelf.
Het allesoverheersende leed is dat van de moeder die als tweeëntwintigjarige in eenzaamheid en te vroeg haar kind moest baren. Haar man was naar zijn werk en mogelijke hulp was te ver. Het meisje stierf na twee uur. De windsels werden haar lijkwade. De schrijfster beziet haar leven in nauwe verbintenis met haar overleden zusje.
Uit de dood van het prille zusje put de schrijfster de opdracht om het zuivere in het leven te koesteren. Wanneer zij een handje witte zoutkristallen aandachtig bestudeert, wordt zij zich bewust van de kracht in het zout: „kracht om te conserveren, de kracht om te zuiveren en te helen.” Van de witheid der dingen gaat een beroep uit om ze tot je toe te laten: „Komt het door een soort opwaaiende witheid binnen in ons, onbezoedeld en ongeschonden, dat onze ontmoetingen met ongerepte dingen ons altijd weer ontroeren?”
De werelden van Korea en van Warschau, waar de schrijfster de winter doorbrengt, schuiven in elkaar. Warschau accentueert als stad die in 1944 werd vernietigd de aanwezigheid van geweld en dood, maar is tegelijkertijd een zinnebeeld van het leven dat zich niet tot afwezigheid en gemis laat reduceren.
Het overleden zusje laat de schrijfster verlangen naar een plaatsbekledende waarneming van de wereld. Ze wil haar ogen aan het zusje geven, zodat het zusje zuivere dingen kan zien in plaats van „rauwheid, treurnis, wanhoop, vuil en pijn.” De ogen van het zusje blijken een „diepe zwarte spiegel” te zijn. Ze kennen immers het lijden en de dood. Des te belangrijker is de volledige vereenzelviging van de schrijfster met haar zusje. Daarom eindigt dit boek met de regels: „Jouw ogen zullen binnen kijken in de stilte van het witte berkenwoud. Binnen in de stilte van het raam waar de winterzon doorheen schijnt. Binnen in de glanzende, dansende stofjes in de schuine lichtbanen die tegen het plafond schijnen. Binnen in dat wit, al die witte dingen, zal ik de laatste ademtocht die jij uitblies inademen.”
Deze bundeling van kwetsbare teksten wordt gedragen door een stille ingetogenheid die in Europa zeldzaam is geworden.
Boekgegevens
Wit, Han Kang, vert. Marijke Versluys; uitg. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 388 0372 2; 145 blz.; € 19,99.