Beter bellen blazen dan ballonnen oplaten
Gemeenten moeten ballonwedstrijden en het oplaten van ballonnen ontmoedigen, vindt Stichting De Noordzee. „Er zijn genoeg feestelijke alternatieven. Je kunt bijvoorbeeld grote bellen blazen.”
Op het Nederlandse strand worden per 100 meter gemiddeld 12 ballonnen gevonden, of stukken of lintjes ervan. Dat blijkt uit onderzoek naar zwerfvuil op het strand dat Stichting De Noordzee al twaalf jaar in opdracht van Rijkswaterstaat uitvoert. „De ballonnen zijn voornamelijk afkomstig van ballonoplatingen”, zegt Marijke Boonstra, projectleider schone zee bij Stichting De Noordzee.
Rond Koningsdag organiseren veel Oranjeverenigingen en basisscholen een ballonwedstrijd. Ook bij andere feestelijke gelegenheden, zoals bruiloften en jubilea, worden ballonnen opgelaten. Zeezoogdieren, vogels en vissen zien de ballonnen aan voor voedsel en raken verstrikt in de ballonlinten. Ballonnen dragen ook bij aan de plastic soep.
Biologisch afbreekbare ballonnen die zijn gemaakt van natuurrubber in plaats van plastic, richten net zo goed schade aan, doordat het jaren kan duren voordat ze vergaan.
Er mag ook niks meer, is vaak de reactie als er vraagtekens worden gezet bij een traditie. Hoe legt Stichting De Noordzee aan mensen uit dat je ballonwedstrijden beter niet kunt organiseren? „We weten dat elke ballon die we oplaten ergens naar beneden komt en dat de natuur erdoor wordt aangetast”, zegt Boonstra.
„Ze zijn gevaarlijk voor vogels. Als je dat aan kinderen uitlegt, begrijpen ze dat een ballon oplaten niet kan. Zij willen niet dat er een vogel door doodgaat. Er zijn genoeg alternatieven te bedenken. Je kunt bijvoorbeeld grote bellen blazen, grote vliegers oplaten, of ballonnen als decoratie gebruiken in plaats van ze de lucht in te laten.”
Strand
De ballonnen die op het strand worden gevonden, zijn maar een fractie van het geheel. In Nederland worden jaarlijks 1 miljoen ballonnen opgelaten. Uit onderzoek van TNO blijkt dat 23 procent van die ballonnen (230.000) in de Noordzee terechtkomt. Er landen er daarnaast veel in Scandinavië en in Duitsland. Op het land zijn ze eveneens schadelijk. Zo eten koeien ze op.
Stichting De Noordzee voerde zondag in Scheveningen actie tegen ballonoplatingen. Tientallen vrijwilligers schreven op het strand kaarten aan gemeenten, met de vraag om ballonoplatingen niet langer toe te staan en uiteraard niet zelf te organiseren.
De Tweede Kamer vroeg in 2014 al aan gemeenten om het oplaten van ballonnen te ontmoedigen. Maar driekwart van de gemeenten heeft niets over ballonoplatingen opgenomen in het beleid, blijkt uit verkennend onderzoek van Stichting De Noordzee.
Volgens de stichting voert slechts 6 procent een „actief ontmoedigingsbeleid” en 13 procent een „passief ontmoedigingsbeleid.” Bij 5 procent van de gemeenten is een stapje verder gegaan dan de Tweede Kamer vroeg en is er een verbod op ballonoplatingen ingesteld.
Oranjeverenigingen
Milieuorganisaties voeren al een paar jaar actie tegen ballonoplatingen, vertelt Marijke Boonstra. „Zo hebben we met de Plastic Soup Foundation en Vereniging Kust & Zee brieven en e-mails gestuurd aan gemeenten en Oranjeverenigingen om ze te vragen geen ballonnen meer op te laten.” Dit lijkt effect te hebben. Zo komen er nog steeds gemeenten bij die een verbod invoeren. De laatste was Ameland. Van de 305 Oranjeverenigingen waarvan bij Stichting De Noordzee bekend is dat ze ballonnen oplaten, zijn er sinds 2014 69 gestopt.
Scholen
Scholen zijn nog niet aangeschreven, maar Boonstra merkt dat het bewustzijn dat ballonnen milieuschade opleveren in het onderwijs groeit. „Laatst vond ik een ballon op het strand. Ik kon het adres erop nog lezen: hij was opgelaten tijdens een jubileum van een school in Gouda. Ik heb die school een mail gestuurd en gevraagd wanneer de oplating was geweest. Dat was al een aantal jaren geleden. De school was inmiddels gestopt met ballonoplatingen.”
Op het strand worden de laatste jaren minder ballonnen gevonden. In de periode 2009 tot en met 2014 werden er 16 ballonnen per 100 meter strand gevonden, nu zijn het er nog 12. Dit kan te maken hebben met de weersomstandigheden, tekent Boonstra aan.
Of de positieve trend doorzet is afwachten.
Grote exemplaren aan touw
Oranjevereniging Ommen organiseert dit jaar geen ballonwedstrijd, maar laat namens elke school een grote ballon op van ongeveer 1 meter doorsnede in de kleuren rood, wit, blauw en oranje. Die komen aan een lang vliegertouw te hangen, zodat ze de hele dag in de lucht blijven boven het feestterrein. De Oranjevereniging Ommen laat op haar website weten dat het idee „bijzonder positief” is ontvangen. „Hiermee krijgen we toch nog het kleurrijke schouwspel en blijven de herinneringen aan vorige edities bewaard.”
De Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen neemt geen centraal standpunt in als het gaat om ballonoplatingen. De bond verwijst zijn leden naar gemeentelijke regelgeving voor het nemen van een besluit.