Kansen voor catecheten
Het gaat nogal eens mis tijdens catechisatielessen. Eerbied tijdens Bijbellezen, zingen en bidden ontbreekt. Jongeren doen lacherig over de Bijbel en het geloof. De catecheet weet het hart van de jongeren niet te raken.
Hoe daarmee om te gaan? De beuk erin? Ouders bellen? Een boeman erbij halen tijdens de lessen die de orde moet bewaken? De grootste belhamels wegsturen en nooit meer terug laten komen?
„Niets van dat alles”, zegt Jan Willem Baars uit Dordrecht. Hij is een van de cursusleiders van de masterclass catechese die het Wartburg College in Rotterdam enkele jaren geleden opzette en waar Driestar educatief in Gouda bij aanhaakte. Baars kent het klappen van de zweep. Hij is jeugdouderling van de christelijke gereformeerde kerk Dordrecht-Centrum en heeft verschillende jaren ervaring als catecheet. „Mooi maar moeilijk werk”, zo noemt hij het. In het dagelijks leven is Baars drie dagen actief als wiskundedocent op het Wartburg, de andere dagen werkt hij zelfstandig als beeldcoach.
Wat de masterclass catechese níét doet, is zich bemoeien met de inhoud van de catecheselessen, zo zegt Baars. „Het gaat ons om de vorm, de manier waarop.”
Relaties
De sleutel voor een goede catechese is volgens de Dordtenaar het opbouwen van een goede relatie met de catechisanten. „Kinderen hebben liefde nodig. Dat geldt zeker ook voor de lastige gevallen die liefde vanwege hun gedrag eigenlijk niet verdienen. Aan het opbouwen van relaties besteden we veel aandacht.”
Daarbij is de wijze van communiceren heel belangrijk. „De jongeren proeven wanneer je interesse in hen hebt of niet. Oprechte belangstelling tonen in de dingen waar de jongeren dagelijks druk mee zijn, is belangrijk. Een cynische opmerking tegen een van de kinderen uit een gezin met meerdere lastige kinderen: „O, jij bent zeker het broertje van…”, kan natuurlijk niet.”
Het kan tijdens de catechese fout gaan omdat er te veel geklets is tussen de catechisanten onderling. „Dat leidt tot verstoring van de orde. Het kan ook fout gaan omdat er te weinig interactie is. De catecheet houdt zijn betoog en geeft geen gelegenheid tot vragen. Dan voelen jongeren zich onvoldoende veilig om vragen te stellen die in hun hart leven.”
De cursisten leren ook van elkaar. „Ze durven open te zijn en aan te geven dat bepaalde zaken helemaal niet goed gaan. Het is heel lastig om dat in een kerkenraad aan te geven, maar in de masterclass is die openheid gemakkelijker, dan zijn de catecheten als collega’s onder elkaar. Tijdens de lessen mogen ze hun kwetsbaarheid tonen.”
Beeldcoaching
De laatste jaren zet Baars ook het instrument beeldcoaching in. „Dan nemen we een catecheseles op video op. Vervolgens bespreken we wat goed ging en wat nog beter kan. Het is wel een confronterende manier van werken, maar anderzijds is het ook een manier waarop cursisten heel snel leren. Catecheten en docenten die deze intervisie meemaakten, ervaarden die als heel positief. In de loop van de jaren hebben we al veel lessen opgenomen. Delen daarvan gebruiken we om de cursisten beter op weg te helpen.
Natuurlijk is er ook enige aanleg nodig om een goede leraar te kunnen zijn, maar het is voor een groot deel ook gewoon een vak dat te leren valt. Als startend docent is het heel normaal dat je begeleid wordt. Ik kreeg ook ondersteuning tijdens de eerste leerjaren. Daar is niets mis mee. Sterker nog: die hulp was heel waardevol.”
Voorbereiding
Een andere sleutel voor een geslaagde catechese is volgens Baars een goede voorbereiding. „Die kan veel ordeproblemen voorkomen. Zorg voor een pakkend verhaal aan het begin. Bedenk een uitdagende stelling. Laat jongeren met elkaar antwoorden bedenken op vragen. Dat soort dingen helpt enorm om het Woord aan het woord te laten. Zo betrek je de jongeren erbij. Af en toe een filmpje kan ook nuttig zijn.”
De omvang van de groep is volgens Baars wel belangrijk, maar niet doorslaggevend. „Tachtig tot negentig procent van een geslaagde catechese hangt af van de persoon van de catecheet. Openheid en een ruimtegevende leiderschapsstijl van de catecheet zijn meer bepalend dan de groepsgrootte. Zelf vind ik tussen de tien en de vijftien jongeren het mooist, maar ik heb ook goede ervaringen met groepen van net boven de twintig. Veel groter lijkt mij niet wenselijk.”
Openheid in een groep is van groot belang, aldus de docent. „Dan durven de jongeren ook hun levensvragen te stellen. Afgelopen seizoen kreeg ik de vraag: „Hoe weet je nu hoe de Heere Jezus in je hart werkt?” Dan bid ik God of Hij mij de juiste woorden wil geven. Ze zitten op het puntje van hun stoel en drinken als het ware je antwoorden in. Dan is authenticiteit belangrijk. Dan is er –om het ouderwets te zeggen– beslag. Soms kun je ook iets uit je eigen leven vertellen, maar dat moet zeker niet te vaak gebeuren. Het uiteindelijke doel van de catechese is dat de jongeren de Bijbel beter begrijpen en het verlangen krijgen om de Heere Jezus te zoeken en te vinden.”
Aanvullende informatie verkrijgbaar via PSoffree@wartburg.nl. Dit is het tweede deel van een serie over gedrag van jongeren in het les- en catechisatielokaal.
Masterclass
De oorsprong van de masterclass catechese ligt bij de Haamstedeconferentie. Enkele jaren geleden hield dr. R. Toes van het Wartburg College, destijds locatieleider van de Guido de Brès, een lezing over de leefwereld van de jongeren. Ambtsdragers vroegen hem na afloop om eens na te denken over pedagogische en didactische ondersteuning voor catecheten.
Die handschoen pakte de school op. Ook vanuit het verlangen om iets te kunnen betekenen voor de kerken die de school dragen. De toenmalige bestuurder van het Wartburg College, W. Büdgen, besloot op kleine schaal een aantal avonden te organiseren voor catecheten. Die voorzagen in een grote behoefte.
Al snel is toen besloten tot samenwerking met Driestar educatief. Het Wartburg richt zich nu op de regio Rotterdam en Zeeland en de Driestar op Utrecht en de Veluwe. Vanuit het Wartburg geven oud-bestuurder Büdgen en de docenten Jan Willem Baars en Carel Mol de cursus. De Driestardocenten zijn Bram Kunz en Annelies Kraaiveld.
Voor volgend jaar staan er in de loop van het catecheseseizoen vijf avonden op het programma. Tijdens de eerste avond, eind augustus, begin september, maken de deelnemers kennis met de leefwereld van de jongeren anno 2018. Op de tweede avond, in oktober, gaat het over de vraag hoe de leidinggevende contact met de jongeren legt en onderhoudt. De derde avond, in november, gaat over de manier van voorbereiden. In januari, tijdens de vierde avond, staat de vraag centraal hoe de catecheet het hart van de jongeren kan bereiken. De laatste avond, in april, gaat over manieren om diepgang in het Bijbellezen aan te brengen.
Baars: „In principe zijn alle catecheten welkom. Van mannen in driedelig zwart tot vrouwen in spijkerbroek.”
Tips
Toon interesse in de dingen waar de jongeren in het dagelijks leven mee bezig zijn. Neem daar voorafgaand aan de catechese ook tijd voor en laat de catecheet niet alleen met de eigen voorbereiding bezig zijn.
Goede voorbereiding is het halve werk. Dat helpt ook bij het bewaren van de orde. Zorg voor afwisseling in werkvormen.
Mobieltjes mogen niet zichtbaar en niet hoorbaar zijn.
Zorg voor een boekje of verhalenbundel met een diepere betekenis of boodschap gerelateerd aan de Bijbel. Als het soms even niet gaat, kan de catecheet een aansprekend verhaal voorlezen. Aandacht gegarandeerd.