Groen & duurzaamheid

Zoektocht naar bostulpen in Zeeland

Hier zou het moeten zijn. Ja, dit bosje, kan niet missen. Daar staan narcissen, hier lenteklokjes en maagdenpalm, en aan die kant Italiaanse aronskelken en blauwe druifjes. Stinzenplanten genoeg. Maar waar zijn de bostulpen?

en
16 April 2018 07:21Gewijzigd op 16 November 2020 13:03
De bostulp is oorspronkelijk afkomstig uit Italië, maar komt al meer dan twee eeuwen voor in de Nederlandse natuur. beeld Kees van Reenen
De bostulp is oorspronkelijk afkomstig uit Italië, maar komt al meer dan twee eeuwen voor in de Nederlandse natuur. beeld Kees van Reenen

Om de een of andere reden staat Nederland bekend als tulpenland, ondanks dat tulpen er niet inheems zijn. Minder bekend is dat er op bepaalde plekken een wilde tulpensoort voorkomt, weliswaar oorspronkelijk uit Italië maar al meer dan twee eeuwen aanwezig: de bostulp.

In de tweede helft van de achttiende eeuw raakten tulpen in de mode op landgoederen en buitenplaatsen. Terwijl gekweekte tulpen uit Turkije uiteindelijk de markt veroverden bleef de bostulp beperkt tot landgoederen, waar hij na verloop van tijd inburgerde. Zo ging een kleine, geelbloemige tulpensoort tot de Nederlandse flora behoren. Wie de plekjes kent, kan de bostulp door heel Nederland vinden, maar vooral op stinzen (landgoederen) in Friesland, Groningen, Zuid-Holland en Zeeland.

Zeeland

Vorig jaar bracht het Nijmeegse natuuronderzoeksinstituut Floron een rapport uit met het verslag van een uitgebreide speurtocht naar bostulpen in Zeeland. Alle bekende vindplaatsen werden bezocht en ook werden er nieuwe vindplaatsen gevonden.

Hoewel de onderwaterzetting in de Tweede Wereldoorlog er geen goed aan heeft gedaan, komen de meeste bostulpen nog altijd voor op Walcheren. De Vogeldijk langs het Kanaal door Walcheren blijkt bijvoorbeeld een erg goede plek te zijn, maar ook een paar mooie stadjes in het noorden zijn goed voor meerdere stippen op de Floronkaart. Tijd voor een speurtocht langs Domburg, Serooskerke en Veere.

Speenkruid

Het is prachtig weer voor een zoektocht. De vogels fluiten dat het een lieve lust is. Een hommelkoningin zoekt naar een nestplek in de grond tussen de bomen, waar het net als in de bermen en slootkanten geel ziet van het speenkruid. Pal langs de provinciale weg bij Domburg ligt een bosje vol stinzenplanten.

Het blijkt een overblijfsel van de tuin rond Zeehospitium Zonneveld, tot 1995 een herstellingsoord voor kinderen met tuberculose. Er groeit van alles, maar geen bostulpen. Kan het zijn dat ze niet bloeien? Hoe herken je ze dan?

Door de bomen heen schemert een landhuis: de voormalige oranjerie (nu museum Terra Maris) van Kasteel Westhove. En daar zijn de bostulpen! Onmiskenbaar bloeien drie kleine gele tulpen in een perkje vol met bostulpenblad. De ietwat geknikte bloemen hebben spitse kroonbladen en meeldraden vol stuifmeel. Zelfs het blad is geelachtig: herkenbaar genoeg.

Hebbes. Maar de andere twee stippen op de Floro-kaart hier? Niets te vinden, schijnbaar. Een groene specht in de bomen lijkt ons uit te lachen. Als we het rapport goed hadden gelezen, wisten we dat we op een grasveldje aan de andere kant van de oranjerie, en niet in het bosje van Zonneveld maar in de wegberm hadden moeten zoeken.

Lentezon

Goed. Terug naar de auto voor de volgende plek. Uit de radio klinkt een onheilspellend bericht over in aantocht zijnde stortbuien, maar de Zeeuwse lentezon schijnt alsof het zomer is. Ondanks dat het pas april is, lopen de straten van het historische stadje Domburg al vol toeristen.

Nu we hier toch zijn: gisteren is dichtbij een hop waargenomen. Dat is wel geen plant, maar een vogel die even exotisch is als de bostulp. Maar helaas, de vogel blijkt gevlogen. Laten we liever gauw weer planten gaan zoeken, die vliegen niet weg.

Serooskerke

Volgende halte is Serooskerke. Aan de rand van het dorp ligt landgoed Welgelegen. De berm van de grote weg blijkt volgeplant te zijn met kleurige bloemen, waaronder bostulpen. Die stonden nog niet op de stippenkaart.

Het landgoed zelf blijkt een bezoek meer dan waard. Overal bloemen: onder de bomen, in het gras en langs de waterkant. Speenkruid en stinzenplanten, waaronder gevlekt longkruid en buitengewoon veel prachtige stengelloze sleutelbloemen, de meeste lichtgeel, maar hier en daar een pol zachtroze.

Pas aan de overkant van de vijver met zijn klaterende fontein ontwaren we de eerste bostulpen. Ook hier slechts enkele bloeiende exemplaren, en dat geldt eveneens voor de tweede plek die we ontdekken, onder de bomen langs de achtertuinen van de eerste huizenrij. Maar daar, aan de voet van een kastanjeboom, doen ze hun naam eer aan.

Veere

Veere is een prachtig historisch stadje. Nederlands, Duits, Engels en Frans klinken door elkaar in de straatjes. Rond deze voormalige vesting zouden maar liefst zeven oude groeiplaatsen van de bostulp moeten zijn.

Op de eerste plek vangen we bot. Langs een graslandje bij de reusachtige kerk is geen spoor van bostulpen te vinden. Weer niet goed gezocht? Dezelfde vraag rijst bij de vindplaats op het noordwestelijke bastion. Dan rest er nog één gebied, waar maar liefst vijf groeiplaatsen zijn aangegeven: de noordelijke veste.

Het blijkt een hoge, met gras begroeide dijk met uitzicht op het stadje en op de dijk, jawel: geelgroene bladeren. Massaal. Maar zonder bloemen.

Aan weerskanten van de dijk liggen vlakken bostulpenblad, zien we als we de dijk in noordelijke richting volgen. Dan blinkt er een geel stipje tegen het talud, en meer. Dicht bij de voet van de dijk bloeien de eerste bostulpen. De eerste, ja. Tientallen, zo niet honderden bloemen zitten in de knop. Dat belooft nog wat.

x

x

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer