Column: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Mijn collega is een wandelfan. Zodra het tijd is om te lunchen begeeft hij zich niet zoals anderen richting kantine, maar loopt enkele rondjes rond het kantoor. Soms een korte route, soms een iets langere. Afhankelijk van het weer. En van de hoeveelheid werk die nog ligt te wachten.
Dat wandelen zouden meer mensen moeten doen. Dus loop ik op een mooie zonnige dag met hem mee. En dan blijkt hij meer voorliefdes te hebben dan wandelen. Regelmatig wijst hij om zich heen. Niet op de bloemen tussen het gras, of op een bijzonder vogeltje in een boom. Hij ziet afval!
Een verkreukeld blikje cola van zo’n goedkoop merk. Een leeg zakje winegums of een Pringleskoker waar zelfs nog iets in blijkt te zitten. Hij ziet het allemaal. En terwijl hij de ene voet voor de andere zet, is alleen een knikje met zijn hoofd genoeg om het mij ook te laten opmerken.
Bijzonder eigenlijk. Dat iets wat je eerst niet zag, opeens toch heel duidelijk aanwezig blijkt. Terwijl je het eerder gewoon echt niet had gezien. Dat zou een mooi lijntje kunnen opleveren naar mooie zaken, zoals liefde, of Gods aanwezigheid. Maar dat laat ik nu verder maar even rusten. Want we hebben het hier wel over zwerfafval. En het is lastig daar een positieve draai aan te geven.
En het vervelende is: sinds die collega me op al die rommel wees, zie ik die opeens ook. Zelfs als ik helemaal alleen een rondje achter ons huis loop.
Daar, net achter een rasterhek, ligt een chipszak. Een afgescheurd stukje toiletpapier erachter. Nog geen meter verder een pakje Dubbelfris. En een leeg AH-tasje. Van plastic. Mijn collega zou er raad mee weten. Oprapen en weg ermee. Opgeruimd staat netjes.
Hij blijkt dus een felle promotor van het project Wijkhelden te zijn. Op zaterdagmorgen vroeg prikt hij samen met zijn kinderen zó twee vuilniszakken vol zwerfvuil van de weg. En de volgende week weer.
Je kunt je er natuurlijk mateloos over verbazen. Over al dat afval langs de weg. En intens boos worden op de mensen die het blijkbaar normaal vinden dit zomaar te laten slingeren. En hun boel niet in een prullenbak mikken. Maar nog mooier is het om gewoon diep adem te halen. Een vuilniszak in je jaszak te stoppen. Een prikstok te pakken. En de wereld een heel klein beetje mooier te maken.