Kerk & religie

Hoe vertaal je ”the course of nature”?

Christine Pas-Donker ging na haar studie Engels puriteinse geschriften vertalen. Bijna tien jaar doet ze het nu. „Met de kinderen erbij kun je wel een drukproef doornemen, maar het echte vertaalwerk vraagt concentratie. Dat doe ik als ze naar school zijn of op bed liggen.”

Jan-Kees Karels
29 June 2004 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 01:22
WADDINXVEEN - Christine Pas-Donker vertaalt al bijna tien jaar Engels puriteinse geschriften. „Als vertaler van puriteinen zit je in een spanningsveld. Aan de ene kant wil je zo betrouwbaar mogelijk vertalen. Aan de andere kant heb je een hedendaags publi
WADDINXVEEN - Christine Pas-Donker vertaalt al bijna tien jaar Engels puriteinse geschriften. „Als vertaler van puriteinen zit je in een spanningsveld. Aan de ene kant wil je zo betrouwbaar mogelijk vertalen. Aan de andere kant heb je een hedendaags publi

De Waddinxveense vertaalster studeerde Engelse taal en letterkunde aan de universiteiten van Leiden en Utrecht. „In de vakantie van 1994 dacht ik: Ik zou wel wat met m’n studie willen doen. We hebben toen verschillende uitgevers benaderd. Mijn eerste opdracht kreeg ik van uitgeverij De Groot Goudriaan. Daarna zijn er ook contacten met uitgeverij Den Hertog gekomen. Het werk voor de uitgevers bevalt me goed, mede omdat goede correctoren de tekst nog eens kritisch bekijken.”

Na tien jaar vertalen heeft Pas-Donker een kleine dertig titels op haar naam staan. ”De waarachtige bekering” van Thomas Watson, diverse banden leerredenen van Huntington, preken van McCheyne, Boston, Meade. De ene keer reikt ze zelf ideeën aan bij de uitgever, een andere keer belt de uitgever op. „Dan zeg ik: Stuur maar op, dan kijk ik ernaar. Je moet je qua inhoud en toon bij een schrijver thuis voelen. Ik heb wel eens gehad dat een uitgever iets aanreikte waarvan ik zei: Nou ja, dat zie ik eigenlijk niet zitten.”

Nadat een boek helemaal vertaald is, kijkt de vertaler het nog eens goed door. „Soms ben je van mening veranderd over een bepaalde keuze, omdat je verder in het boek op andere ideeën bent gekomen. Je hebt dan een totaalbeeld van de tekst.”

De uitgever retourneert de drukproef nadat het vertaalwerk bij de corrector is geweest. „De corrector geeft in rood aan wat echt gewijzigd moet worden, omdat het niet klopt. Verder geeft hij suggesties. In die gevallen heb ik zelf het laatste woord. Als ik het er niet mee eens ben, laat ik het staan.”

Pas-Donker is moeder van Mathilde (4) en Irene (0). Over haar vertaalwerk praat ze regelmatig in de wijvorm. Ze overlegt namelijk vaak met haar man, theoloog van professie. „Als ik aarzel, overleg ik met Jan. Hoe verwoord ik dat nou, welk woord zouden wij hier gebruiken? Dat levert soms aardige inzichten op.”

Die vertaalster-theoloogcombinatie bracht een dochter van de bekende Lloyd-Jones eens tot de uitroep: „O, what a perfect team are you!”

Bij het vertaalwerk van puriteinen kwamen ook zakelijke opdrachten. Eerst stuurde een neef, advocaat, een tekst op. Later volgde een collega, toen weer een ander. Zo ontstond in 1996 het bedrijf QuaTra, de afkorting van Quality Translations (www.quatra.nl). Pas-Donker besteedt de zakelijke opdrachten soms ook uit aan deskundige freelancers. De vertalingen van puriteinen blijft ze zelf doen.

Als vertaler zit je in een spanningsveld, legt ze uit. „Aan de ene kant wil je zo betrouwbaar mogelijk vertalen. Aan de andere kant heb je een hedendaags publiek voor ogen, dat bepaalde woorden niet meer gebruikt of begrijpt. Telkens maak je keuzes, neem je lastige beslissingen. Zo blijf je op het scherp van de snede bezig.”

Ze geeft voorbeelden. „The course of nature, hoe zeg je dat in het Nederlands? Ik heb de Catechismus van Van der Kemp erbij gepakt. Toen kwam ik uit op de vertaling ”orde van de natuur”. Of neem het Engelse woord ”mercy”, dat zegen, weldaad, maar ook genade betekent. Zelfs met inachtneming van de context is de betekenis niet altijd direct duidelijk. Dan kies je wat volgens jou het beste past. Een woord als ”repentance” kan zowel berouw als bekering betekenen. Daar kun je dus verschillende kanten mee uit. In het werkje van Watson ging het heel duidelijk over bekering, berouw was hier een te smalle vertaling.”

En de Engelse term ”providences” zou, letterlijk vertaald, in het Nederlands ”voorzienigheden” worden. Dat woord is geen goed modern Nederlands, zegt de Waddinxveense vertaalster. „Dan ga je eens nadenken, zoeken, je pakt er een catechismuspreek over de voorzienigheid bij. Toen kwamen we op de woorden ”besturingen” en ”beschikkingen”. Je levert aan betekenis in, maar dat is niet te voorkomen. Een woord roept bepaalde beelden bij je op. Bij een vertaling kun je nooit al die beelden weergeven. Je probeert de meest wezenlijke over te houden.”

Een lastig probleempje was de ”Vicar of Bray”. Waar komt dat vandaan? Een vriend wees ons op een site met belangrijke historische figuren. Daar stond een zekere Simon Alain bij. Van hem is de uitspraak: Wie er ook koning is, ik zal altijd Vicaris van Bray zijn. Alain was hulpprediker, eerst protestants, toen rooms, toen weer protestants, al naar gelang er een protestantse of een roomse vorst was. Iemand dus die telkens van kleur verwisselde. Dat is zinvolle informatie voor de lezer, die we in een voetnoot onder aan de tekst hebben gezet.”

Als het maar enigszins mogelijk is, gaat Pas-Donker bij de vertaling van bijbelteksten uit van de Statenvertaling. Maar het gebeurt regelmatig dat de Statenvertaling niet overeenkomt met de Engelse bijbelvertaling, de King James Version. „Jacob zegt in de Statenvertaling: Ik heb alles. In de Engelse bijbelvertaling: Ik heb genoeg. Dat is natuurlijk een heel duidelijk verschil. Als de auteur voortborduurt op woorden die nu net niet in de Statenvertaling staan, ontkom je er niet aan zelf een vertaling te geven. In dat geval zet ik dit er tussen haakjes achter. Vaak kijk ik nog wel eerst in de Kanttekeningen naar alternatieve vertalingen.”

Van de door haar vertaalde auteurs vindt Pas-Donker onder meer McCheyne altijd erg mooi. „Een volksprediker, eenvoudig, duidelijk en toegankelijk. Zijn toon is warm. Tegelijkertijd waarschuwt hij heel ernstig en indringend. Tegen de kinderen zegt hij: Je denkt misschien dat je nog een heel leven voor je hebt. Maar denk eens aan de graven van jonggestorven kinderen op het kerkhof.

Wat mij ook aanspreekt, is het boek van Henry Scudder, ”Wandelen met God. De dagelijkse praktijk van het geloof” (uitg. De Groot Goudriaan, 2000). Scudder is sterk op de levensheiliging gericht. Hij gaat in op je dagindeling, het gebed, de kleding, het vasten. Heel puriteins, echt alle facetten van het leven komen aan bod. Dat hebben we vandaag de dag toch niet meer zo. Niemand kan Scudder lezen zonder zelfbeschuldiging. Als je zijn aandacht voor de heiliging plaatst naast een ruim aanbod van genade, kan niemand daarmee de verkeerde kant opgaan. Vandaag hoor je vaak pleidooien voor een ruimer aanbod in de prediking. Tegelijk nemen diezelfde mensen het met de levensheiliging soms niet zo nauw. Voor mijn gevoel ging dat bij de puriteinen echter juist samen. En zo was er sprake van een bijbels evenwicht.”

Praktisch is het op dit moment lastig uitvoerbaar, maar het echtpaar zou graag nog een keer naar Schotland gaan. „Samen struinen in bibliotheken, er moet nog heel wat zijn.”

Dit is het eerste deel in een tiendelige serie over oude schrijvers, te verschijnen op de dinsdagen in de zomer. Volgende week: oude schrijvers en Oranje.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer