Spruyt: SGP streeft naar vrede, DENK polariseert
Zijn SGP en DENK één pot nat? Totaal niet, meent dr. Bart Jan Spruyt. Hoewel hij daar eerst anders tegen aankeek: „Toen DENK opkwam, dacht ik: hier zijn nu de moslims die sommige mensen in de gereformeerde gezindte als onze natuurlijke bondgenoten zien.”
Een religieuze minderheid namelijk van conservatieve moslims, vervolgt de docent cultuur en maatschappij aan Driestar hogeschool in Gouda, „die zich bedreigd voelt, zich daarom politiek organiseert, de moraal van de moderne, Nederlandse samenleving afwijst en zonder zich aan te passen een gelijkwaardige plaats opeist in die samenleving.”
Politicoloog dr. Floris Vermeulen (Universiteit van Amsterdam) noemde de DENK-achterban onlangs „moreel conservatief”, omdat onder hen weinig steun is voor euthanasie of de emancipatie van homo’s. De christelijke conservatief Spruyt kan hen desondanks „onmogelijk” tot zijn politieke vrienden rekenen. „Voor DENK is polarisatie vooralsnog een doel op zich. Ze koestert het slachtofferschap en hamert op allerlei vormen van discriminatie en dubbele moraal in de Nederlandse samenleving.”
Met DENK heeft de politieke islam zijn intrede in parlement en gemeenteraden gedaan, constateert hij. „Met directe lijntjes naar de Turkse president Erdogan. Dat lijkt me geen winst, maar een stap terug. Omdat de politieke islam en de rechtsstaat met elkaar op gespannen voet staan.”
Tussen DENK en de SGP zit een kardinaal verschil, schetst Spruyt. De SGP heeft namelijk haar eerste, populistische fase –waarin ze bewust een kloof schiep tussen de politieke elite en haar achterban– achter zich gelaten. „De partij behartigt niet meer (als het goed is!) primair de belangen van reformatorische mensen, maar staat voor het algemeen belang en heeft een visie op welvaren en welzijn van de Nederlandse samenleving als geheel. En ze koestert de rechtsstaat. Daarom streeft ook de SGP uiteindelijk naar vrede tussen groepen mensen.”
Democratisch ethos
Columnist Hans Goslinga maakt zich niet meteen zorgen over de opkomst van DENK. In dagblad Trouw van 1 april wees hij op de integrerende werking van ons stelsel van evenredige vertegenwoordiging: de veelheid aan overtuigingen in het parlement „draagt bij aan de ontwikkeling van een democratisch ethos.”
Kijk maar naar de SGP, voerde hij aan: „Zij heeft zich ontwikkeld van een systeemvijandige (theocratische) partij tot een overtuigde deelgenoot van de parlementaire democratie.” Zo kan het, vervolgt hij, ook goedkomen met migrantenpartijen als DENK, NIDA en Islam Democraten.
Optimistisch gestemd is ook Vermeulen. Via DENK gaan conservatieve moslims meedoen aan de politiek, zegt hij zaterdag in een vraaggesprek met het Reformatorisch Dagblad. „In Nederland hebben we een traditie van religieuze groepen die zich op deze manier emanciperen.”
Hij vindt dat „zonder meer positief.” Al maakt hij zich wel zorgen over de koers die DENK vaart. Als die partij zich „hard en compromisloos” blijft opstellen, bestaat het gevaar dat de DENK-achterban juist verder isoleert.
Spruyt deelt Goslinga’s redenering juist niet. „Hij gaat er al te optimistisch van uit dat deelname aan het politieke proces als vanzelf tot beschaving en integratie leidt”, meent Spruyt, ook docent kerkgeschiedenis en apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie. „En dat is onjuist. Niet de democratie vormt ons, maar wij vormen de democratie. Democratie vraagt dus om beschaving en het kunnen denken in termen van het algemeen belang. Zij veronderstelt moraal en cultuur, en schept die niet.”
Wat hem betreft, is er alleen toekomst voor DENK als die zich voegt binnen de kaders van de democratische rechtsstaat. „Wie rechten en vrijheden misbruikt om de rechten en vrijheden van andere groepen te kunnen opheffen, moet worden verboden.”