H. wordt ervan verdacht dat hij in 2001 de 37-jarige Pim Overzier uit Apeldoorn heeft vermoord en begraven. Overzier verdween in december 2001 na een ”blind date”. Eind maart 2002 vond de politie het levenloze lichaam van Overzier, dat was begraven in het Abbertbos tussen Dronten en Kampen. Overzier, analist van ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, vertelde kort voor de verdwijning aan kennissen dat hij een geheime afspraak had met een verpleegster van een ziekenhuis in Doetinchem. Deze vrouw bleek de voormalig vriendin van H. te zijn Volgens justitie was H. ziekelijk jaloers en ligt daarin het motief voor de moord.

Volgens het scenario van het openbaar ministerie belde H. kort voor de verdwijning tweemaal naar Overzier. Hij deed zich daarbij voor als medewerker van een relatiebemiddelingsbureau. Die avond moet Overzier zijn opgepikt, waarna er niets meer van hem is vernomen. Een getuige zag die avond de auto van H. bij het Abbertbos. Deze getuige zag toen alleen de bestuurder. Drie maanden later werd het lichaam van Overzier gevonden. Vanwege de vergaande staat van ontbinding konden pathologen de doodsoorzaak niet meer met zekerheid vaststellen. Verstikking ligt het meest voor de hand.

In de auto van H. is een bloedspoor aangetroffen. Het DNA kwam overeen met dat van Overzier. Ook vond de politie in de tuin van H. een schop met daarop minuscule sporen die overeenkomen met de grond uit het diepste deel van het graf. De verdachte heeft geen alibi voor de avond van de verdwijning, maar zegt niets met de moord van doen te hebben.

De rechtbank veroordeelde H. tot twintig jaar cel, nadat er levenslang tegen hem was geëist. De verdachte stemde vorig jaar na lang aandringen in met een onderzoek door een psycholoog en een psychiater.

Uiteindelijk luidde de conclusie dat de 59-jarige H. getypeerd kan worden als een gestoorde fantast en een man die in vergelijkbare situatie opnieuw kan moorden. De kans op herhaling wordt levensgroot geacht.

Het gerechtshof doet over veertien dagen uitspraak.