In het spoor van Wulfert Floor
De hofstede van Wulfert Floor, ”Den Heuvel”, staat een eindje het eenzame veld in, zo’n honderd meter vanaf de Gooyerwetering ten zuiden van Driebergen, huisnummer 27. De gevels zijn witgepleisterd. Zwarte muurankers in de achtergevel vertellen het bouwjaar: 1855.
Op ”Den Heuvel” woonde Floor na zijn huwelijk met zijn jongere nicht Jacoba Doornenbal, „een zorgdragende en goedhartige vrouw.” Ze trouwden „op den 16en Mei 1855.” Het huis werd speciaal voor hen gebouwd, op het vaderlijk grondbezit. Hier leefden en werkten ze, hier waren ze gelukkig en hadden ze moeite en verdriet. Van hun acht kinderen stierven er drie voor hun eerste of tweede levensjaar aan tuberculose, te weten Wulferd, Maria en Jakoba. Ook kwam er een kindje levenloos ter wereld.
Op de deel in het achterhuis sprak Floor veel van zijn oefeningen uit, eerst alleen op zondagavond, later ook op zondagmorgen. Soms sprak hij wel voor een gehoor van meer dan honderd mensen, voor het merendeel „eenvoudige arbeiders en landbouwers.” Floor had volgens zijn levensbeschrijving (”Leven en werk van Wulfert Floor”; uitg. Den Hertog) al vroeg de begeerte „om ook aan anderen te vragen, of zij ook een Zaligmaker noodig hadden en hun Christus en de weg ten hemel aan te prijzen, en voor een eeuwig verderf en ondergang te waarschuwen.”
Henk Florijn, kerkhistoricus en redacteur van het kerkhistorisch tijdschrift Oude Paden, weet hoe de boerderij er in Floors tijd uitzag: „Het huis was met teer zwart gemaakt. Onder de brede schoorsteen in de voorkamer waren grijsblauwe tegeltjes met Bijbelse voorstellingen aangebracht. Na de dood van Wulfert Floor verdween de boerderij uit de familie. In 1970 werd de boerderij omgebouwd tot woonhuis waarbij ook die Bijbelse taferelen verdwenen zijn. Misschien dat alleen de voorpui nu nog authentiek is. De deel waar Floor oefende, is opgedeeld in verschillende vertrekken. Op dit moment bevindt zich daar een manege.”
Twee geboortehuizen
Wulfert Floor werd op 7 april 1818 (200 jaar geleden) geboren aan de Gooyerdijk, aan de Driebergsche Wetering, ten zuiden van de dorpskern Driebergen-Rijssenburg. Zijn ouders waren landbouwer Wulfert Floor en Trijntje Doornenbal. Zijn geboortehuis staat er nog steeds, in een bocht van de weg, netjes onderhouden en keurig witgeschilderd. Een paar honderd meter verder in de richting van Neerlangbroek staat het geboortehuis van zijn latere vrouw, Jakoba Doornenbal. Dat heette toen ”De Hondspol”. Nu is er de biodynamische zorgboerderij De Hondspol gevestigd (Gooyerwetering 22-24).
De jonge Wulfert werd hoogstwaarschijnlijk door ds. J. W. van Dolder gedoopt in de hervormde kerk te Neerlangbroek. Over het bruggetje rijd je zomaar de Brink op, met in het midden de grote dorpspomp met daarop een oudtestamentisch tekst: „En gij zult den Heere uw God dienen, zoo zal Hij uw brood en uw water zegenen; En Ik zal de krankheden uit het midden van u weren” (Ex. 23:25). Links staat het grote doktershuis van dr. A. W. de Wit Broers, de bevriende huisarts voor wiens geestelijk leven Floor hoge achting had. Na het overlijden van de dokter schreef Floor: „Hij heeft een lang en smartelijk ziekbed gehad en is deze morgen de eeuwige rust ingegaan.” Dokter De Wit Broers ligt strak tegen de kerkmuur begraven, bij de deur van de consistoriekamer.
Tot zijn vijftiende bezocht Floor de lagere school in Driebergen. Daarna moest hij aan het werk op de boerderij van zijn vader, een gemengd bedrijf met 57 hectare grond. In zijn vrije uurtjes las hij de Bijbel, onderzocht hij de geschriften van de vaderen en bezocht hij gezelschappen van de vromen in de wijde omgeving. Florijn: „Hij voelde zich meer thuis in het gezelschapsleven dan in de hervormde kerk in Driebergen.”
Eerlijke preekjes
Florijn houdt van Floor. „Ik zou best bij hem gekerkt kunnen hebben. Zijn oefeningen waren eerlijke preekjes, waaraan hij veel tijd en zorg besteedde. Hij studeerde veel, vooral ’s avonds en ook ’s nachts. Zijn oefeningen werd goed voorbereid. Floor bestudeerde Brakel, Hellenbroek, Staringh, Mel, Costerus, Ridderus en ook Schotse schrijvers. Hij schreef zijn oefeningen helemaal uit, maar sprak uit z’n hoofd. Als je zijn oefeningen nu leest, dan valt het op dat hij de tekst ook echt liet spreken. Zijn oefeningen geven blijk van grote Bijbelkennis en diepe ernst. Ook van de toepassingen maakte hij veel werk. Alle stadia van de heilsweg komen erin aan de orde, maar Floor maakte daar geen dogmatisch systeem van. Hij legde er geen sjabloon van eigen ideeën overheen.”
Wat Florijn zo in Floor aantrekt, is diens bescheidenheid en oprechtheid. „Hij meende wat hij zei, wat hij anderen voorhield. In het voorwoord van het eerste deel van zijn ”Eenvoudige oefeningen” sprak hij de wens uit dat zijn werk „als een handvol geitenhaar tot wezenlijke opbouw van den geestelijke Tabernakel des Heeren zou zijn.” Dat is Floor ten voeten uit: een handvol geitenhaar. Hij stond niet naar grote dingen, want hij kende zijn plaats.”
Boerenhoeves
De boerderij van Floor staat op de grens van de gemeenten Driebergen, Doorn en Neerlangbroek. In de stilte van dit boerengebied verrijst ook kasteel Sterkenburg. In de omgeving staan nog oude boerenhuizen uit Floors tijd: ”Kronenburg”, ”Vredenrust”, ”De Dijkckhof”. Hier en daar loopt een wagenpad langs een wetering of een fietspad door een weiland. Volgens geschiedschrijvers woonden in deze buurtschap nogal wat godvrezende mensen, „met een zwaar geloof”, stillen in den lande die meest zwijgend hun weg gingen. Je ziet ze bijna gaan, over zandpaden en klinkerwegen, in een eenvoudig duffels pak en op klompen. Aan de einder verrijzen de kerktorens van Driebergen en Werkhoven.
Op 7 april 1875 ontviel hem zijn vrouw, Jacoba Doornenbal. Het knakte wel zijn leven, maar er was ook veel dat hem troostte: „Zij is ontvlucht uit een wereld van ongerechtigheid en moeite; God heeft haar weggenomen uit al haar smarten, ziekten en zorgen, naar een zalig thuis, naar het beste vaderland.”
Toen hij zelf zijn einde voelde naderen, waren er drie dingen die hem troosten: door Gods genade had hij geen leven in de zonde achter zich liggen, geen leven in werkheiligheid en geen leven in schijnheiligheid. Als „een ellendige onder de ellendigen” kon hij toch zeggen: „Ik heb des Heeren wegen gehouden, en ben van mijn God niet goddelooslijk afgegaan. (…) Jezus is mij niet vreemd; Hij heeft mij als een weggedrevene opgezocht.”
Op vrijdag 13 mei 1876 stierf Wulfert Floor, in de leeftijd van 58 jaar, op zijn eigen boerderij ”Den Heuvel”. Op woensdag 18 mei werd hij in Driebergen begraven, op de oude algemene begraafplaats halverwege De Traaij, waar reeds zijn vrouw en drie van hun kinderen lagen. Op zijn eigen verzoek ligt Floor begraven in een naamloos graf.
Op deze begraafplaats zei Floors vriend, ds. A. H. de Klerck uit Neerlangbroek, onder meer dat hij een ambtsbroeder de laatste eer wilde bewijzen: „Een ambtsbroeder? Gewis! Die wel niet van een kerkelijk bestuur een profetenmantel zich zag toegemeten en geknipt, of die een papieren diploma ontving, maar toch door de Heilige Geest was afgezonderd tot het uitdelen der bijzondere gaven hem verleend; een dienaar des Evangelies vol opregtheid en trouw, die sprak omdat hij geloofde!”
Op de volgende zondag hield ds. De Klerck in de kerk in Neerlangbroek een lijkrede, aan de hand van Psalm 37:37: „Let op den vrome, en zie naar den opregte, want het einde van dien man zal vrede zijn.”
In het jaar 2000 is in Driebergen een straat naar hem genoemd, de Wulfert Floorlaan.
In de luwte
Aan de Traay (nummer 104) in Driebergen ligt de oude begraafplaats. De ingang wordt gevormd door een poortgebouw, twee kleine identieke huisjes met in het midden het gietijzeren toegangshek. Op het linker huisje (vroeger bedoeld als woning voor de doodgraver) staat geschreven: „Zalig zijn de dooden die.” Op het rechter huisje (bedoeld als baarhuisje) staat de rest van de tekst: „in den Heere sterven.”
De poort is open. Daar achter ligt, bijna achteloos in de luwte van de samenleving, een kleine begraafplaats onder oude bomen. Tot 1970 was dit in gebruik. Aan kronkelpaden liggen een paar enorme grafkelders, van jonkheren en baronnen. Sommige graven hebben alleen maar een stenen paaltje met een nummer. Zo wilde Floor het dus. Maar zijn graf, met op het paaltje ”No. D-11” (vak D, nummer 11) heeft opeens toch een naambordje: ”Wulpherd Flooren (Wulfert Floor), 1818-1876”.
Johan Gramser, vrijwilliger bij het Centrum Funeraire Cultuur, weet hoe dat komt: „Er komen hier nogal eens mensen die vragen waar Floor begraven ligt. We hebben het hen gemakkelijk willen maken. Het naambordje hebben we in februari van dit jaar geplaatst.”
Zo’n twintig meter van Floor vandaan ligt Johannes de Heer begraven, de evangelist en de man van de bundel gezangen ”Joh. de Heer”. Op diens graf ligt een brede plaat met onder meer de tekst: „Hier rust tot den dag van Jezus’ komst, Johannes de Heer; veilig in Jezus’ armen.”
In het poortgebouw bij de ingang van de begraafplaats heeft het Centrum Funeraire Cultuur een klein bezoekerscentrum, met aan de wanden historische portretten van hen die hier begraven liggen, ook van „lekeprediker en boer” Wulfert Floor, en van zijn vrouw Jakoba, „echtgenote en boerin.”
Lees ook in Digibron:
Uit het leven van Jacoba Floor-Doornenbal (De Saambinder, 19-01-2017)
Toch weer nieuwe oefeningen (Terdege, 27-05-2009)
Het spoor van Floor (Reformatorisch Dagblad, 10-10-2006)
De landbouwer te Driebergen - Wulfert Floor (1818-1876) (Daniël, 19-07-1996)