DNB-president Klaas Knot: Stop extreem ruim geldbeleid
President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) hamert erop dat er een einde moet komen aan de extreem ruime geldpolitiek.
We kenden zijn standpunt al langer, maar in het donderdag gepresenteerde jaarverslag 2017 van DNB gaat hij er uitvoerig op in. Hij laat er geen twijfel over bestaan: stoppen met elke maand miljarden euro’s in de economie pompen, terug naar een normale monetaire situatie binnen de eurozone.
Knot heeft nooit veel enthousiasme getoond voor de onorthodoxe aanpak die de Europese Centrale Bank (ECB) sinds begin 2015 hanteert om de inflatie en de bedrijvigheid aan te jagen. Evenals vooral zijn Duitse collega, Jens Weidmann, geniet hij in dit verband bekendheid als criticus. Samen maken ze deel uit van het bestuur van genoemde instelling, maar binnen dat beleidsbepalende orgaan hebben de voorstanders van een gulle stimulering, onder aanvoering van president Mario Draghi, de overhand.
Banken kunnen gratis lenen in Frankfurt, de rente staat op nul, en de ECB koopt maandelijks voor 30 miljard euro –was tot begin dit jaar 60 miljard– aan obligaties bij ze op. Deze operatie wordt voortgezet tot zeker eind september, en dat terwijl de economie inmiddels een krachtige expansie laat zien. Over wat er daarna gebeurt, moet nog een beslissing vallen.
Voor Knot is dat geen vraag: „Het ligt in de rede om na september het aankoopprogramma te beëindigen, zo nodig na een korte afbouwfase”, schrijft hij in zijn inleidende beschouwing. Vervolgens kan gekeken worden naar het traditioneel meest gebruikelijke monetaire instrument: de rente. Dan gloort er voor spaarders eindelijk hoop op een geleidelijk wat hogere vergoeding over hun tegoeden. Maar dan zijn we ondertussen een flink eindje verder in de tijd en dan mag er ondertussen ook nog eens geen verslechtering van de conjunctuur optreden.
Met diverse argumenten onderbouwt Knot zijn pleidooi. Het gevaar van elkaar versterkende prijsdalingen en bestedingsreducties, een zogenoemde deflatoire spiraal, is volgens hem geweken, „het toevoegen van nog meer liquiditeit is ineffectief geworden.” „Uitstel van verkrapping kan kostbaar zijn”, waarschuwt hij. Het leidt tot veel lenen en bovenmatige schulden en dat brengt financiële instabiliteit mee. „Voorts maakt de lage rente schulden van bedrijven dragelijk die anders onhoudbaar zouden zijn geweest. Hierdoor overleven zogenoemde zombiebedrijven”, bedrijven die niet voldoende verdienen om onder normale omstandigheden hun renteverplichtingen na te komen. En er zijn verstorende effecten op de financiële markten: investeerders gaan op zoek naar beleggingen met hogere rendementen en hogere risico’s, aandelenkoersen zijn de laatste jaren fors gestegen.
Inflatie
Maar de inflatie –in februari 1,1 procent– is tot dusver niet op het nagestreefde niveau van „onder, maar dicht bij de 2 procent op middellange termijn”, zal Draghi ter verdediging van het ruime beleid zeggen. DNB wijst er onder meer op dat bij de aanhoudend lage inflatie factoren een rol spelen die buiten het bereik van de centrale banken liggen, zoals de lage productiviteits- en loongroei.
Knot concludeert: „Gezien de lange en variabele vertragingen waarmee het monetaire beleid doorwerkt in de economie, moet normalisatie op gang komen voordat de inflatie versnelt. Het hoort bij het vak van centraal bankieren om deze acties in gang te zetten voordat ze onontkoombaar zijn geworden.” Nu afwachten of hij zijn collega’s bij de ECB weet te overtuigen.