Rechtbank behandelt zaak Sharleyne in juni
De zaak tegen Hélène J. (38), die wordt verdacht van de moord op haar dochter Sharleyne in Hoogeveen, wordt in juni inhoudelijk behandeld door de rechtbank in Assen. Dat bleek donderdag tijdens de tweede regiezitting in de zaak. De rechtbank trekt drie dagen uit voor de zaak. De Hoogeveense J. blijft vastzitten, bepaalde de rechtbank donderdag.
Het Openbaar Ministerie verdenkt J. ervan dat ze haar dochter heeft geprobeerd te wurgen. Daarna zou ze haar dochter van de tiende verdieping van de flat waarin zij woonden hebben gegooid. Sharleyne (8) werd in de nacht van 8 juni 2015 door twee buurmannen onderaan de flat gevonden met een knuffel naast zich. Volgens de officier van justitie blijkt uit onderzoek van een bewegingswetenschapper dat het meisje nooit zelf, met de knuffel in haar hand, kan zijn gesprongen.
Het OM hecht veel waarde aan de verklaring van haar voormalige bovenbuurman. Die heeft de politie vorig jaar onder meer verteld dat hij in de nacht van de val van Sharleyne een doffe klap heeft gehoord.
Advocaat Paul van Jaarsveld, die Hélène J. bijstaat, zet grote vraagtekens bij die verklaring: „Hij is pas gaan verklaren, nadat de zaak is geëxplodeerd in de media. Vlak na de val is de politie bij hem geweest en heeft hij niks gezegd.” Van Jaarsveld denkt dat de bovenbuurman is beïnvloed door alle media-aandacht.
De zaak kwam groot in het nieuws nadat het OM hem in 2015 seponeerde. Sharleynes vader Victor Remouchamps wilde zich niet neerleggen bij die beslissing en stapte naar het gerechtshof. Dat bepaalde vorig jaar dat justitie de zaak moest heropenen. Het OM heeft erkend dat het eerste onderzoek niet volledig is geweest.
Sébas Diekstra, de advocaat die Remouchamps bijstaat, zei dat hij Hélène J. graag vragen wil stellen tijdens de rechtszaak in juni. Daarvoor gaf de rechtbank geen toestemming.