OM eist weer 8 jaar cel tegen afperser Jumbo
Het Openbaar Ministerie (OM) eist in hoger beroep acht jaar cel tegen Alex O., die wordt verdacht van het afpersen van supermarktketen Jumbo in 2015. De zaak werd donderdag behandeld bij het gerechtshof in Leeuwarden.
De rechtbank in Groningen veroordeelde de man in 2016 eveneens tot acht jaar gevangenis. O. ging in hoger beroep. De 53-jarige Groninger zou Jumbo meerdere dreigmails en -brieven hebben gestuurd. Er moesten 2000 bitcoins worden betaald om te voorkomen dat hij bommen liet ontploffen bij diverse filialen. Jumbo ging niet op de eis in.
Bij twee vestigingen in Groningen werden later explosieven aangetroffen, de eerste in de nacht van 8 op 9 mei 2015. Eén bom ging af en vernielde een ruit en gevel. De bom die niet ontplofte had een kracht van zes tot acht handgranaten. Een supermarkt in Zwolle ontving een verjaardagskaart met twee gram explosieve stof.
DNA van O. zat onder de postzegel van de verjaardagskaart. Het tin dat is gebruikt om de bommen te solderen, kwam overeen met tin dat bij O. werd aangetroffen. Daarnaast werden in zijn woning chemicaliën gevonden waarmee explosieven kunnen worden gemaakt, zat de ontbrekende batterij van zijn telefoon in de kaart en had O. kookwekkers gekocht die gelijk waren aan de wekkers in de explosieven. In een bom zat een haar van O.
Een tante stapte naar de politie nadat ze O. had herkend op bewakingsbeelden. Hij werd thuis aangehouden toen Jumbo op 9 oktober 2015 de laatste dreigmelding kreeg. Sinds de aanhouding zijn er geen bedreigingen meer geweest.
O. heeft eerder vastgezeten voor afpersing en overvallen. Hij zegt er niet trots op te zijn. „Ik ben het zat en wil mijn ervaring inzetten om jeugd voor het criminele pad te behoeden.”
Het OM wil dat O. Jumbo een schadevergoeding van 113.000 euro betaalt. De advocaat van O. vindt het bewijs zwak en eist vrijspraak. Zo waren de aangetroffen chemicaliën niet bruikbaar voor het maken van explosieven, herkenden twintig kennissen van O. hem niet op de bewakingsbeelden en kan de batterij in de kaart volgens hem niet van O.’s toestel zijn.
Op 20 april doet het hof uitspraak.