Controleurs hielden negen kapers aan
Negen van de negentien kapers die op 11 september vorig jaar de aanslagen in New York en Washington uitvoerden wekten bij de controle verdenking toen zij aan boord gingen. Daarom werd hun bagage extra gecontroleerd, maar dat leverde geen verdere verdenking op.
De negen vielen op door hun reisdocumenten of hun identiteitspapieren. De verdenkingen waren echter niet zo ernstig dat een weigering om hen aan boord te laten gaan was gerechtvaardigd. Tenminste, niet volgens de criteria die op dat moment golden, zo meldde een vertegenwoordigster van het ministerie van Transport tegenover The Washington Post.
Zij wilde niet kwijt wat de verdenkingen waren. Maar het is bekend dat enkele van de kapers bijvoorbeeld hun vliegticket enkele reis cash hadden betaald. Dat is volgens FBI-criteria verdacht. Overigens stonden twee van de kapers op een lijst van terroristen die door de FBI werden gezocht. Maar dat was de controleurs blijkbaar niet bekend.
Uit een rapport van de defensie-commissie in de Canadese Senaat blijkt dat Canadese havens een vruchtbare bodem voor criminele en terroristische activiteiten vormen. In de grotere havens blijkt een groot percentage van de werknemers een strafblad te hebben.
De voorzitter van de Senaatscommissie Colin Kenny liet tijdens een persconferentie weten dat de situatie in de meeste havens zodanig is, dat wapens en andere zaken het land in en uit kunnen worden gesmokkeld. Hij waarschuwde voor de gevaren die dit met zich meebrengt. „Als je een gestolen auto door een haven weet te krijgen, kan je in dezelfde container ook een kernbom meesturen.”
Het rapport meldt dat tussen de 15 en 39 procent van de arbeiders in grotere steden een strafblad heeft. Op een kleinere haven bleek zelfs meer dan 50 procent van de werknemers een crimineel verleden te hebben. Inspecteurs van de regering worden regelmatig bedreigd en werken nooit alleen, uit angst dat er ’iets’ met ze kan gebeuren, aldus het rapport.
Kenny wees ook op de gevolgen die de slechte beveiliging kan hebben op de economische positie van de havens. Canada is een belangrijk tussenstation voor goederen die bedoeld zijn voor de Verenigde Staten. „Zestig procent van de doorvoer in Halifax komt terecht in New England of in de Midwest. Als er iets slechts door de haven komt en terechtkomt in Chicago, denken wij dat er een einde komt aan de handel”, aldus de commissievoorzitter. „Als je geen veilige haven hebt, heb je ook geen functionerende haven.”
De commissie pleit voor de verhoging van het Canadese defensiebudget met 33 procent, en een sterke uitbreiding van het aantal militairen.
In een reactie op het rapport liet de Canadese vice-premier John Manley weten geschokt te zijn over de bevindingen van de commissie. Manley zei vooral verontrust te zijn over het hoge aantal mensen met een criminele achtergrond dat in de havens blijkt te werken. Hij zei dat de Canadese politie meer aandacht zou moeten besteden aan deze zaak.