Zaklampvissers speuren naar de donderpad
Felle lichtbundels glijden langs de donkere oever van de spoorsloot. Maar het water is troebel en geeft zijn geheimen vooralsnog niet prijs. Toch zouden ze hier moeten zitten: baarsjes, voorntjes en donderpadden.
Fabian Smith stuurt voor Ravon, een onderzoeks- en kennisorganisatie voor amfibieën, reptielen en vissen, vrijwilligers aan van het Meetnet Zoetwatervissen. Momenteel wordt er gewerkt aan een vissenatlas voor de provincie Utrecht, waarvoor iedere maand ergens in die provincie een activiteit wordt georganiseerd.
Vrijdagavond leidt Smith een excursie bij Vinkeveen. In het donker. „Kleine zoetwatervissen inventariseren gebeurt op twee manieren”, vertelt de kenner. „De eerste is overdag met een schepnet, maar dan mis je bijvoorbeeld vissen die tussen stenen kruipen en ’s nachts actief zijn. Daarvoor is er een tweede methode: zaklampvissen.” En dat is wat de excursiedeelnemers vanavond doen.
Grindpad
Plaats van de handeling is het Bellopad in de buurtschap Demmerik. Vroeger liep hier een spoorlijntje, nu is het een grindpad met aan weerszijden op enige afstand een brede spoorsloot. Rechts liggen enkele volkstuintjes tussen pad en sloot, links staat wat houtopslag. De zuidelijke horizon wordt verlicht door het op vele kilometers afstand liggende kassengebied.
In het noorden blinken de lichtjes van Vinkeveen. Vanuit de donkere weilanden klinkt onophoudelijk gegak van ganzen, nu en dan afgewisseld door de roep van een wulp of een grutto.
Als de laatste volkstuintjes gepasseerd zijn en het struweel plaatsmaakt voor ruigte verspreiden de vissenliefhebbers zich langs de slootoevers. Met een schorre kreet gaat een opgeschrikte fazant op de wieken. Af en toe ontdekt iemand iets langs de waterkant: een kikker, een kreeftje, een paar schrijvertjes. Maar nog geen vissen.
Dat verandert pas rond een brugje waar het water wat helderder is. „Een baarsje!” meldt iemand, waarop anderen het nog geen 10 centimeter lange beestje komen bewonderen, dat stil in het water ligt, net boven de bodem. Verderop heeft iemand nog kleinere visjes ontdekt. „Witvis”, stelt Smith. „Lekker makkelijk”, werpt een ander tegen. Smith: „Een goede verzamelnaam voor als je het niet weet. Maar misschien zijn het brasempjes of jonge bittervoorntjes.”
Maar zulke algemene vissoorten vormen niet het doel van deze avond. Het gaat nu om de zeldzame rivierdonderpad. Deze bedreigde vissoort is op Europese schaal beschermd. Zou hij hier al verdrongen zijn door uitheemse grondels?
Joren uit Haarlem kent de visstand in de omgeving als de beste. „Vorig jaar vonden we hier heel wat marmergrondels en geen donderpadden. Dit jaar geen grondels maar juist donderpadden.” Van alle uitheemse grondels die de laatste jaren de Nederlandse wateren onveilig maken, zijn de visliefhebbers het beduchtst voor de zwartbekgrondel. Dit visje heeft zich in korte tijd over bijna alle wateren verspreid en verdringt soorten zoals de kwetsbare rivierdonderpad.
Gelukkig is hij bij Vinkeveen nog niet of nauwelijks aangetroffen. Hoe de zaklampvissers ook speuren: een grondel of donderpad vinden ze niet. „Dan maar naar het zandeiland”, beslist Smith. Op de terugweg wordt nog wel een andere exoot ontdekt, een 10 centimeter lange Amerikaanse rivierkreeft. Die heeft de Europese rivierkreeft verdrongen en blijkt ook bij Vinkeveen inmiddels algemeen voor te komen.
Speurwerk
Langs het waterrijke dorp ligt een grote plas. Deze is ooit uitgediept voor veen- en zandwinning en blijkt nu een van de beste plekken voor vissen: het water is tot op de zandbodem kraakhelder.
Vlonders vergemakkelijken het speurwerk en het duurt niet lang of de eerste visjes worden waargenomen: een paar baarsjes, en een jonge snoek. „De snoek is mijn lievelingsdier”, zegt de 13-jarige Anna, de jongste excursiedeelnemer. Ze verbaast zich erover hoe klein dit exemplaar is, hooguit 15 centimeter lang.
Plotseling roept een man: „Donderpad!” En ieder die het hoort, haast zich naar hem toe. Daar rust op de bodem van de plas een klein donker visje met een opvallend grote kop. Een tijdlang blijft het stil liggen in het licht van de sterke zaklantaarns, dan zoekt het beschutting achter een steen. Uitgebreid wordt het diertje bewonderd, terwijl er spoedig meer donderpadjes worden gevonden. Dit water is nog in orde.