Miljoen meer bezoekers voor „gerieflijke” Nederlandse kastelen
Kastelen verheugen zich in een fors toenemende belangstelling. Het aantal bezoekers is vorig jaar met ruim een derde toegenomen.
Directeur René Dessing van de stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen (sKBL), zegt het met enige trots: „Het imago van kastelen en landgoederen is in Nederland de laatste jaren flink verbeterd. De zweem van rijkdom en overdreven chic gedoe heeft plaatsgemaakt voor een gevoel van bewustzijn.”
Mensen zien volgens Dessing in toenemende mate in hoe prachtig die objecten van 500, 600, 700 jaar oud zijn. „Natuurlijk zijn het de kapitaalkrachtigen die dat in stand houden, maar we moeten hen juist dankbaar zijn. Dankzij hen kunnen we van deze rijkdom genieten.”
De sKBL vertegenwoordigt 41 van de 65 kastelen en historische buitenplaatsen die museaal toegankelijk zijn. Daaronder grote publiekstrekkers als Paleis Het Loo, Kasteel de Haar, Kasteeltuinen Arcen, Kasteel Muiderslot en Slot Loevestein. Samen trokken ze in 2017 2,3 miljoen bezoekers, bijna een miljoen meer dan een jaar eerder. Dessing schrijft de toegenomen belangstelling, naast de opening van Kasteel Ruurlo (120.000 bezoekers), voor een groot deel toe aan marketinginspanningen. De laatste jaren doen kastelen daar veel aan.
„Vanaf 2012, het jaar van de historische buitenplaatsen, wordt er flink ingezet op het vergroten van het publieksbereik”, vertelt Dessing. „Wat tot die tijd redelijk onbekend erfgoed was, staat nu veel meer in de aandacht. Tentoonstellingen en activiteiten, zoals de Dag van het Kasteel, helpen daarbij. Wie er eenmaal bekend mee is, raakt ook onder de indruk. Eenmaal verliefd, blijvend verliefd, zeggen wij weleens.”
Dat heeft ook praktische voordelen. Door de bekendheid lukt het kastelen en landgoederen tegenwoordig makkelijker om aan voldoende vrijwilligers te komen. Mensen willen erbij horen. Soms moeten ze zelfs worden teleurgesteld, zegt Dessing. „Paleis Het Loo drijft op honderden vrijwilligers. Als er nieuwe nodig zijn, komen er ongelofelijk veel reacties. We zijn ons er in Nederland steeds beter van bewust wat voor bijzondere dingen we hebben.”
De doelgroep is breed. Bezoekers zijn in vele categorieën in te delen: natuurliefhebbers, rustzoekers, ouderen, gezinnen met kinderen. En hoewel nog steeds een duidelijke minderheid, ook buitenlanders. Dessing: „Samen met het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen brengen we onze kastelen nadrukkelijk onder de aandacht in België en Duitsland. Daar associëren ze Nederland ook niet direct met zulk bijzonder bezit.”
Volgens Dessing verschilt het Nederlandse erfgoed vaak behoorlijk met dat in de landen om ons heen. „In de meeste landen was grondbezit vroeger vooral aan de adel voorbehouden. Bij ons ging het vaak om burgerlijk bezit. Dan praat je over een kleinere schaal. Ik reisde eens met een groep Engelsen door Nederland, zij vonden onze monumentale huizen zo gerieflijk overkomen. Heel anders dan die enorme kolossen die zij gewend waren. De beleving is heel anders.”