Stadsbrand 1868 slaat een gapend gat in Genemuiden
Op de biddag van 1868 verwoest een felle brand in Genemuiden 140 woningen en andere gebouwen. Ruim een kwart van de inwoners van het stadje raakt dakloos. De ongekende ramp staat 150 jaar later weer volop in de belangstelling.
„De brand ontstaat op de late avond van 8 maart in een bakkerij aan de Langestraat”, vertelt drs. Jannie Bakker-Rietman uit Genemuiden.
De vrijwilliger van de Gaellemuniger Taelkrink presenteerde vorige week ooggetuigenverslagen tijdens een speciale herdenkingsavond.
Bakker, neerlandica: „Het is heel bijzonder dat er eerst zo’n zeven huizen in zuidelijke richting worden verwoest. Het vuur gaat dus tégen de wind in.”
Daarna voert de wind de vlammen mee en is er geen houden meer aan, vertelt Bakker: „Veel huizen hebben rieten daken en er staan hooibergen tussen de woningen. Veel zolders liggen ook nog eens vol met biezen matten. Het moet geweldig hebben gebrand.”
Ooggetuigenverslag
Dat er nog zo veel details over de brand bekend zijn, is te danken aan de hervormde predikant Leenmans. Bakker: „Hij deed uitgebreid verslag van wat hem die dag overkwam. Ook beschreef hij het verloop van de gebeurtenissen, hoe groot de schade was en wie er getroffen waren. Dat verslag verscheen later als een klein boekje om geld op te halen.”
Het relaas van ds. Leenmans is even interessant als ontluisterend. Bakker: „Die avond wil hij rond halfelf nog een avondmaaltijd nemen als hij de brandklok hoort. Direct gaat hij de straat op om mensen te waarschuwen.”
Volgens de neerlandica is tussen de regels door te lezen dat de burgemeester, de dokter en de dominee –de notabelen van de gemeente– de leiding nemen. „Zij zeggen waar mensen moeten gaan staan om vonken te doven en geven aanwijzingen.”
Ook de pastorie
Van rangen of standen trekt het vuur zich echter niets aan. Midden in de nacht dreigen de vlammen ook de hervormde pastorie te treffen. „De predikant moet dan terug naar de pastorie omdat het vuur dicht bij zijn huis komt. Hij beschrijft hoe hij met tranen in zijn ogen in de studeerkamer staat en verwacht dat hij zijn boeken nooit meer terugziet. Daarna zoekt hij met zijn huisgenoten een veilig heenkomen. Hij kan alleen het hoognodige meenemen”, vertelt de Genemuidense.
Terwijl het predikantengezin voor de vlammen vlucht, probeert de Genemuider brandweer met man en macht het nachtelijk vuur te beteugelen. Hun inspanningen lijken tevergeefs. De situatie wordt zelfs nog nijpender als er een tweede brandhaard ontstaat.
Geëxplodeerd spek
„Volgens overleveringen is er op een gegeven moment een groot stuk spek geëxplodeerd en door de lucht gevlogen, waarna er een tweede brand is ontstaan”, vertelt Bakker. Waar of niet, vaststaat dat de Genemuider brandweer zich op een gegeven moment voor twee vuren geplaatst ziet.
Grote chaos
Ondertussen is het in de straten één grote chaos, aldus de neerlandica. „Boeren laten hun vee los, waardoor vluchtende mensen en dieren door elkaar hollen. Er zijn ouders die hun kinderen kwijtraken en pas de volgende middag terugvinden. Over gewonden wordt echter met geen woord gerept.”
Midden in de nacht arriveren de brandweerkorpsen van Kampen, Vollenhove en Zwartsluis om hun Genemuider collega’s te assisteren. Pas bij het eerste ochtendgloren kunnen de brandweerlieden een beetje uitrusten en een voorlopige balans opmaken.
De vlammen hebben een groot gat in de gemeenschap geslagen: 140 gebouwen, waaronder de school en het stadhuis, zijn verwoest. De hervormde pastorie en de hervormde kerk blijven echter wonderlijk gespaard.
„Ongeveer een derde van alle gebouwen in Genemuiden is verwoest en ruim een kwart van de bevolking is dakloos geraakt”, weet Bakker. Het meeleven is echter groot: niemand hoeft de nacht na de brand in de openlucht door te brengen.
Ramptoerisme
Handige ondernemers uit de regio proberen een slaatje uit de brand te slaan, vertelt Bakker lachend. „De zondag na de brand komen schepen uit Zwolle met toeristen die tegen betaling een rondwandeling door de afgebrande stad maken.”
Veilig is dat allerminst: nog tot eind maart laait het vuur soms zomaar weer op.
Inzameling en wederopbouw
Na de stadsbrand van Genemuiden in 1868 leveren landelijke en provinciale inzamelingsacties ruim 35.000 gulden op voor de getroffen inwoners. Jannie Bakker: „Er was in totaal ongeveer 350.000 gulden schade. Ruim de helft daarvan werd niet door de verzekering gedekt. Daardoor is Genemuiden nog jaren een armlastige gemeente gebleven.”
De Genemuidense roemt de snelheid van de wederopbouw. „Eind mei konden de eerste gezinnen alweer in hun herbouwde huizen wonen. Er klonken geluiden dat Genemuiden een rijke gemeente was en dat de burgers zich maar beter hadden moeten verzekeren, maar uiteindelijk zette men er samen de schouders onder. Aan het eind van het jaar was bijna alles weer opgebouwd. Dat schetst wel de gemeenschap.”