Zoektocht naar man voor Louise van Oranje
Madamoisel d’Orange, Lesjen, Less, Sel, Lieve dame, mijn matresse, Haer Hoocheit, Courvorstin; het zijn allemaal namen voor een en dezelfde persoon: Louise Henriëtte van Nassau en Oranje (1627-1667). Onder al die namen komt zij voortdurend voor in de dagboeken van de Friese stadhouder Willem Frederik (1613-1664).
Louise Henriëtte, prinses van Oranje, gravin van Nassau, was de oudste dochter van stadhouder Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Ze was in Den Haag geboren op 7 december 1627. Ze had een broertje, de latere stadhouder Willem II, en later kwamen er nog vier zusters.
Louise Henriëtte, meestal in familiekring Less, of Lessje, genoemd, groeide op aan het hof in Den Haag. Ze maakte turbulente tijden mee. De Tachtigjarige Oorlog was nog gaande, haar vader Frederik Hendrik, de Stedendwinger, behaalde de ene overwinning na de andere.
Midden in die oorlog beleefden de Nederlanden een glorietijd: de Gouden Eeuw. Amsterdam en de Hollandse steden waren het centrum van de wereldhandel en de bankwereld. Het aanzien en de positie van het Huis Oranje stegen daardoor aanzienlijk. Amalia van Solms buitte dat uit. Ze liet zichzelf omkopen met flinke sommen geld en vooral juwelen, opdat ze een goed woordje zou doen bij haar man.
Ze was ambitieus en meestal niet zo gemakkelijk. Ze liet mensen bespioneren. Zelfs haar eigen kinderen ontkwamen niet aan dat lot.
Het was in haar ogen logisch dat het Huis Oranje nu op het wereldtoneel moest verschijnen door goede huwelijken te sluiten. Engeland was een bondgenoot: zou het niet geweldig zijn als haar zoon met de dochter van de Engelse koning zou trouwen en haar dochter Louise Henriëtte met de Engelse kroonprins? Zo’n dubbelhuwelijk ging de Engelsen wat te ver. Toekomstig stadhouder Willem II (15) trouwde wel met Mary Stuart (9), maar daar bleef het bij.
Gebonden aan belofte
In Leeuwarden zetelde de stadhouder van Friesland, Willem Frederik van Nassau-Diez. Hij was nog ongehuwd. Toen zijn moeder nog leefde, had hij haar beloofd, gezworen zelfs, dat hij eens zou trouwen met de dochter van de Hollandse stadhouder. Daarmee maakte hij het zichzelf wel erg moeilijk. Hoe kon hij nu naar de hand van Louise Henriëtte dingen, terwijl Amalia van Solms alleen maar dacht aan een huwelijk met een belangrijke buitenlandse vorst?
Willem Frederik vertoefde wat vaker bij zijn Hollandse familie in Den Haag nu Less de huwbare leeftijd bereikte. Hij wilde onder de aandacht komen van haar ouders, vooral van Amalia. Hij wandelde veel met ”Madamoisel” en wilde haar duidelijk het hof maken.
Daarbij moest hij voorzichtig te werk gaan, want Amalia van Solms was niet van hem gediend. Hij was immers maar graaf van Nassau, slechts een stadhouder uit Leeuwarden. Het dagboek van de Friese stadhouder staat vol met aantekeningen over al die ontmoetingen.
Maar Less, zo was Willem Frederik ook al ter ore gekomen, was inmiddels hevig verliefd geworden op haar achterneef, de knappe Henri-Charles prins de Talmont de La Tremoïlle. Een Fransman, weliswaar prins, maar zonder gebied. En intussen was Amalia nog bezig met onderhandelingen met het Engelse hof, over een huwelijk van haar dochter met de kroonprins. Toen die werden afgebroken, richtte Amalia zich op kandidaat nummer twee: Friedrich Wilhelm, keurvorst van Brandenburg uit het Huis Hohenzollern.
Geen vrijer
Nu was deze vorst wel de laatste met wie Less in het huwelijk wilde treden. Er kwam een gezantschap uit Berlijn, de hoofdstad van het keurvorstendom Brandenburg. De gezanten moesten Louise Henriëtte eens goed bekijken, want het gerucht ging dat ze erg klein en zelfs gebocheld was. Dat bleek niet zo te zijn.
Officieel was Willem Frederik uit Friesland geen huwelijkskandidaat, geen ”vrijer”. Een kandidaat met die status mocht bijvoorbeeld zijn uitverkorene schrijven. Willem Frederik moest heel voorzichtig blijven opereren. Hij wilde niet publiekelijk afgaan. ’s Zomers was hij, evenals trouwens de prins van Talmont, in het leger. Dan kon hij sowieso niet schrijven. De Talmont had wél de status van vrijer, want zijn ouders hadden een aanzoek gedaan. Hij mocht Less officieel wel keurige brieven schijven. Maar Amalia nam hem niet serieus, hoewel haar dochter hopeloos verliefd op Talmont was.
Om toch niet helemaal in de vergetelheid te raken, schreef Willem Frederik af en toe aan moeder Amalia. Hij wilde onder de aandacht blijven. Dure juwelen kon hij Amalia niet schenken, want geld had hij niet. Hij maakte zelfs schulden.
Strijd
Nu leek Less wel een beetje op haar moeder. Qua karakter was ze niet gemakkelijk. „Daer was een hooftjen in”, aldus Willem Frederik. De verhouding met haar moeder was altijd gespannen. Less wilde niet uitgehuwelijkt worden, verzette zich daartegen. Er was dan ook sprake van regelmatige strijd tussen moeder en dochter. Beide dames waren eigenwijs. Daarom vertrouwde Amalia haar dochter niet en liet haar vanaf dat moment bespioneren. En wel door Mauritia Eleonora van Portugal. Dat was een nicht, die aan het hof werkte en op 35-jarige leeftijd nog ongetrouwd was.
Deze Mauke, zoals ze genoemd werd, was een intrigante. Ze vertelde Willem Frederik ook van alles over Less en over Amalia. Mauke moest Less nu voortdurend schaduwen en er konden onmogelijk meer ontmoetingen plaatsvinden tussen Less en Talmont. Die besloten daarop een innige briefwisseling te gaan voeren.
Willem Frederik speelde intussen zo zijn eigen rol. Hij legde het aan met Frederik Hendrik, met wie hij goed kon opschieten. Frederik Hendrik was gesteld op zijn oudste dochter. Moest Louise Henriëtte gedwongen worden een huwelijk te sluiten dat ze niet wilde? Frederik Hendrik had op dat punt nauwelijks invloed op zijn vrouw.
Lichaamsgeur
Willem Frederik probeerde het voorts ook bij Less zelf. Op de vele wandelingen kwam natuurlijk het onderwerp liefde wel ter sprake. Less vertelde in vertrouwen dat ze al drie dagen aaneen had gedroomd van één persoon en de naam van die persoon op een briefje had geschreven en onder haar kussen had gelegd. Had Willem Frederik misschien nog ergens hoop dat hij die persoon zou zijn? Hij werd snel uit de droom geholpen door Mauke, die hem vertelde over haar ontdekking dat Less en Talmont een relatie hadden. En dat ze dat ook verteld had aan moeder Amalia van Solms.
Willem Frederik vond het niet aangenaam dit te horen, maar koesterde meteen toch weer hoop, omdat hij dacht dat deze verliefdheid wel over zou gaan. Nu Willem Frederik in de gaten kreeg dat zijn kansen toch wel minimaal waren, keek hij nog eens aandachtiger naar haar en constateerde in zijn dagboek dat haar lichaamsgeur „wat sterck was” en dat, als je haar wat van dichtbij bekeek, haar huid of teint niet echt mooi was.
Traantjes
Willem Frederik trok zich wat terug en wilde even niet Amalia van Solms en Frederik Hendrik onder ogen komen. Bij de volgende ontmoeting viel hem op dat Louise Henritte stilletjes was, ze at niet en dronk niet en haar „quamen de traenjes dicwils in de oochjes.”
Na het eten bracht Willem Frederik haar naar boven en toen kwam het verhaal. De correspondentie in een afgesloten kistje was gevonden; Mauke had het verraden aan haar moeder. Less’ broer Willem (II) speelde geen fraaie rol. Die was kwaad dat een generaal eens met zijn zuster dacht te trouwen. Er mochten allen maar „Duytse prinsen” in aanmerking komen.
Het werd nu bekend aan het hele hof en de sfeer was te snijden. Talmont werd persona non grata, men keek hem met de nek aan. Toen eindelijk de volle waarheid tot Less doordrong, wist ze dat het einde van haar liefde nabij was. Amalia moest niets meer van Talmont weten en vertelde dat aan Willem Frederik, die het weer braaf opschreef: „Ick ben bliede van die lammen hondt ontslagen te sijn.” Hij vond het een eer dat Amalia ineens zo vertrouwelijk met hem omging, maar hij wist dat hij voorzichtig moest zijn, want Amalia had haar nukken.
Afgekeurde vorst
Dat bleek ook algauw. Na verloop van een paar weken werd bekend dat de keurvorst van Brandenburg onderweg was naar Den Haag. Hij wilde zich bij Frederik Hendrik, de grote veldheer, voegen om te leren van diens militaire capaciteiten. De bedoeling was duidelijk: hij wilde Louise Henriëtte nader leren kennen.
Less liet duidelijk weten dat ze niet met de keurvorst wilde trouwen, maar met Talmont. Toen de keurvorst kwam, bleek hij dik te zijn en niet echt knap en volgens Louise Henriëtte rook hij niet fris. Amalia had maar één doel: dit huwelijk tot stand te brengen.
Het werd er niet beter op toen Louise Henriëtte een gesprek afluisterde tussen haar moeder Amalia en Mauke. De twee dames spraken er met elkaar over dat Friedrich Wilhelm lomp was, foeilelijk en ook nog ziekelijk. Toen ze merkten dat Less dit gesprek had gehoord, kwam er een hevige scène. Waarbij Louise Henriëtte uitriep: „Wat sal ick mit den krancken man doen, die doch niet lang kan leeven. ’t Is te beklaegen dat ick om sijn geltsz wil en een weinich landt, soo ongeluckick moet sijn. Och, was ick toch doot, of wass ick een bourin, soo mocht ik doch iemantz nemen, die ick kende, nae mijn sinn en die ick liefhad.”
De keurvorst was begonnen met haar te schrijven en ze had zo negatief geantwoord dat haar moeder en haar familie woedend waren geworden.
Less zwicht
Willem Frederik wilde de familie bezoeken, „maar er was niemantz.” Ze zaten allemaal in hun eigen vertrekken en de sfeer was ronduit slecht. De stadhouder schreef daarop in zijn dagboek: „Ick geloove dat het iss om dat Brandenburchse hauwelijck.”
Voor Amalia was het nu of nooit. De keurvorst werd onder druk gezet. Hij moest nu besluiten, want anders zou haar dochter uitgehuwelijkt worden aan een Nassau. „Dat soud ick sijn geweest”, aldus Willem Frederik. Een twijfelachtige eer. Hij wist dat hij nu zijn aandacht moest richten op de volgende dochter: „Nu resteert mademoisel Albertiene noch…”
Louise Henriëtte was gezwicht, ze had onder zware druk en met het verkrijgen van juwelen ingestemd met een huwelijk met de keurvorst. Op de trouwdag, 7 december 1646, haar negentiende verjaardag, bleek Talmont ziek te zijn; men was maar wat blij dat hij niet aanwezig was. Anders zou Less misschien wel flauw zijn gevallen.
Willem Frederik schreef: „De cuhrvorst sal het noch vinden wat hij gekregen heeft.” Ineens was hij negatief over haar: slechte adem, een „quat been”, de heup, de rug. Hem was al gezegd dat hij gelukkig moest zijn dat hij haar niet had gekregen.
Om zeven uur ’s avonds trouwde het echtpaar. Louise Henriëtte had een lange sleep die door zes freules werd gedragen. Er werd gegeten, gedanst en om halftwee ging Willem Frederik terug naar zijn fraaie huis in Den Haag. Louise Henriëtte kon haar leven met Friedrich Wilhelm in Berlijn gaan beginnen.